Het Grangemouth-complex, waartoe ook de raffinaderijjoint-venture Petroineos behoort, is één van de drie grootste productievestigingen van INEOS. Het complex werd meer dan vijftig jaar geleden gebouwd om olie en gas uit de Noordzee te verwerken.
De fabriek presteert sinds de crisis van 2008 niet goed meer en is sindsdien elk jaar afhankelijk van financiering door andere bedrijven binnen de INEOS Groep om te kunnen overleven. In deze periode is door de Groep in totaal 715 miljoen euro gefinancierd.
Er zijn op dit complex twee businesses gevestigd die elk hun eigen problemen hebben. ‘Refining’ heeft sinds de crisis te lijden gehad onder de geringe winstmarges en het slechte ondernemingsklimaat in Europa. Ook heeft deze business te maken met betrouwbaarheidsproblemen en hoge kosten.
Het hart van het tweede bedrijf op het complex, Chemicals, wordt gevormd door de KG-kraakinstallatie waarmee noordzeegas wordt omgezet in olefinen. De gasvoorraad onder de Noordzee is de laatste jaren snel geslonken, waardoor de installatie nu op slechts 50% van de capaciteit kan draaien. Bovendien is het kostenniveau veel te hoog.
Grangemouth (Chemicals and Refining) is er niet in geslaagd om de hoge vaste kosten die een verlammend effect hadden op de business aan te pakken. De lokale vakbond, Unite, waarin de werknemers van de vestiging georganiseerd zijn, was namelijk niet bereid om rond de tafel te gaan zitten en de ernst van de situatie te bespreken.
Een voorbeeld bij uitstek van de slechte concurrentiepositie is de pensioenvoorziening. Bij onze vestiging in Grangemouth bedraagt de premie voor een gemiddeld pensioen 65% van het salaris. Dat is gewoon niet op te brengen. Salarissen zijn twee keer zo hoog als het landelijk gemiddelde in het Verenigd Koninkrijk. Elke poging om deze onhoudbare situatie met de vakbond te bespreken, werd door de vakbond beantwoord met een regelrechte weigering en dreiging tot stakingsactie. Unite heeft in 2013 drie keer met een staking gedreigd: in februari, juli en september. De staking van 2008 heeft de business 143.000 euro gekost, waardoor dringende noodzakelijke investeringen in de infrastructuur van Grangemouth niet mogelijk waren.
Na een zomer vol ongenoegen over de toenemende verliezen en over Stevie Deans, de vakbondsafgevaardigde die informatie en infrastructuur van INEOS had misbruikt, werd beslist dat Grangemouth de veranderingen moest accepteren of dat anders tot sluiting werd overgegaan.
Het enige scenario dat ‘Chemicals’ nog uitzicht kon bieden op een zonnige toekomst was de slinkende hoeveelheid noordzeegas aan te vullen met Amerikaans schaliegas, dat in grote hoeveelheden verkrijgbaar is en bovendien heel goedkoop is. Het transporteren van grote hoeveelheden gas vereist echter investeringen en infrastructuur. Daarvoor zijn speciale schepen nodig en grote import- en exportterminals waar vloeibaar gemaakte gassen met een temperatuur van -100ºC kunnen worden overgeslagen. De totale investering die nodig zou zijn om Grangemouth in staat te stellen Amerikaans schaliegas aan te voeren en te verwerken, ligt om en bij de 360 miljoen euro, waarvan 180 miljoen euro bestemd is voor de bouw van een importfaciliteit op Grangemouth zelf.
INEOS Capital is voor de zomer met het management overeengekomen dat het bereid was dit ‘omvormingsproject’ voor Grangemouth te financieren, op voorwaarde dat de business zijn kostenniveau zou aanpakken, inclusief de onbetaalbare pensioenen en een totaal loonpakket voor operators van 120.000 euro per jaar (£100.000 of $160.000).
Het management heeft een ‘Reddingsplan’ voor Grangemouth opgesteld, dat onder meer voorzag in het afschaffen van de huidige pensioenregeling en deze te vervangen door een benchmarkpensioenregeling, een loonstop voor drie jaar en aanpassingen in de ontslagvoorwaarden en in de voorwaarden voor flexibel werken. In ruil daarvoor was INEOS bereid om 360 miljoen euro te investeren voor het importeren van Amerikaans schaliegas.
Unite bleef weigeren om deel te nemen aan de discussie over het ‘Reddingsplan’, waardoor het onvermijdelijk was dat het bedrijf nog meer verlies leed en dat andere businesses binnen de INEOS Groep Grangemouth overeind moesten blijven houden.
We hebben medewerkers gevraagd om te stemmen over het ‘Reddingsplan’, maar dat heeft helaas geen duidelijke meerderheid opgeleverd.
Na dit teleurstellende resultaat en veel interne discussie was er geen andere keuze dan de sluiting van de Chemical-bedrijfstak aan te kondigen, om verdere verliezen te voorkomen.
Op het allerlaatste moment liet de vakbond weten van standpunt te zijn veranderd en toch akkoord te gaan met de noodzakelijke veranderingen om de financiering van 360 miljoen euro veilig te stellen.
Terugkijkend was dit zonder twijfel een zeer positieve uitkomst voor de vestiging. Het betekent dat Grangemouth weer een toekomst heeft, en zelfs een veelbelovende en langdurige toekomst.
Het is wel betreurenswaardig dat het proces op deze manier is verlopen. Dat heeft veel leed veroorzaakt bij de werknemers en hun gezinnen, en er is een enorm bedrag mee verloren gegaan, meer dan 40 miljoen euro.
Dat was niet nodig geweest, het was pure verspilling. Het is van belang dat Grangemouth een manier vindt om een constructieve dialoog op te bouwen tussen werknemers en directie, zoals op vrijwel al onze vestigingen het geval is, of de werknemers nu wel of niet in een vakbond zijn georganiseerd. In de afgelopen jaren hebben we twee stakingen gehad, die ons samen 200 miljoen euro hebben gekost. Het waren jaren met een felle, conflictueuze dialoog met de vakbonden, met veelvuldige stakingsdreigementen en grote verliezen. De wereld is altijd in verandering.
Bedrijven floreren en gaan weer ten onder. Er zijn momenten dat verandering noodzakelijk is en dan moet er een effectief overlegorgaan zijn om dat te bespreken.
Ik zou de werknemers van Grangemouth willen vragen na te denken over hoe ze in de toekomst op een effectieve en constructieve manier vertegenwoordigd willen worden, en zich daarbij te realiseren dat zowel de werkgever als de werknemer baat heeft bij een succesvolle toekomst voor Grangemouth.
JIM RATCLIFFE