Een aantal van’s werelds voornaamste chemiebedrijven gaan de uitdaging aan om een mondiaal probleem aan te pakken en de natuurlijke grondstoffen van de aarde te beschermen.
INEOS, AGA, AkzoNobel, Borealis en Perstorp, de chemiecluster in Stenungsund, Zweden, heeft grootse plannen die ze vóór 2030 willen verwezenlijken. Tegen dan willen ze kunststoffen en chemische stoffen die gebruikt worden voor slangen, buizen, vloeren, verf, kabels, reinigingsmiddelen en vele andere toepassingen, waar mogelijk produceren zonder gebruik te maken van fossiele brandstoffen zoals olie, steenkool en aardgas.
Voor INEOS in Stenungsund, dat uitsluitend fossiele brandstoffen gebruikt, zal dit een behoorlijke uitdaging worden. Maar Lars Josefsson, voorzitter van INEOS Sverige AB, zegt dat het vinden van en overschakelen naar duurzame brandstoffen van vitaal belang is, niet alleen voor Zweden maar ook voor de rest van de wereld als we de effecten van de klimaatverandering willen helpen terugdraaien.
“Het is een enorme uitdaging, maar we willen meebouwen aan een toekomst waarin grondstoffen efficiënt worden ingezet en al onze producten gerecycleerd worden,” vertelt hij.
“Wij willen hernieuwbare grondstoffen gebruiken om duurzamere producten te ontwikkelen.”
De chemiecluster met de vijf bedrijven in Stenungsund wordt aanzien als een van de beste ter wereld. Ze hebben sinds de lancering van hun visie – Sustainable Chemistry 2030 – dan ook al een aanzienlijk bedrag verworven voor de financiering van dit plan.
“Als we er in slagen, zou dat een sterke verbetering van het milieu en de economische welvaart van de regio betekenen,” zegt Lars.
“We weten dat het mogelijk is, maar het gebeurt niet vanzelf. Er zijn veel verschillende spelers nodig om dit te bereiken, inclusief samenwerking met de academische en politieke wereld en met andere industrieën. We moeten allemaal samenwerken.”
En dat is wat ze aan het doen zijn sinds ze hun visie uiteengezet hebben.
Tot nu toe hebben ze fondsen gekregen van onder andere de Europese Unie en van verschillende Zweedse overheidsinstellingen.
Hun visie om niet langer afhankelijk te zijn van de olie- en gasreserves van deze aarde, heeft hen ook het respect van de lokale gemeenschap opgeleverd.
Volgens de vijf bedrijven zal Stenungsund binnen twintig jaar de motor zijn van de West-Zweedse economie, hét centrum binnen de chemische industrie voor het produceren van duurzame producten én de plek voor gelijkgestemde bedrijven om te groeien en zich te ontwikkelen.
Maar de eerste stap richting 2030 is eigenlijk al gezet. Zowel INEOS als Borealis was betrokken bij het promoten en steunen van de plannen van Stena Recycling voor het ontwikkelen van een technologie waarmee jaarlijks duizenden tonnen kunststof kabels kunnen worden hergebruikt voor nieuwe producten. Het recycleren begon enkele jaren geleden en elk jaar zijn duizenden tonnen kunststoffen (PVC en PE) succesvol hergebruikt.
“Dat was voorheen nooit mogelijk vanwege de hoge concentratie metaal in het materiaal,” aldus Lars.
Een ander voorbeeld is AkzoNobel, dat veel investeert in onderzoek en ontwikkeling. Een van de (commerciële) eindresultaten is een effectieve vuil- en vetverwijderaar op waterbasis waardoor in een carwash meer dan 97% van het water hergebruikt kan worden. De meeste nieuwe wasstraten in Zweden worden nu met deze technologie gebouwd.
“Energie is ook erg belangrijk,” zegt Josefsson. “We zijn nu met een project bezig rond energiebesparing.
“Een complete locatieanalyse, uitgevoerd door Chalmers University of Technology en gefinancierd door het Zweedse energieagentschap, toont voor de vijf bedrijven samen een groot besparingspotentieel.
“De tweede fase is nu van start gegaan om te kijken hoe dit potentieel gerealiseerd kan worden.”
De chemiecluster heeft ook een project gelanceerd om meer plastic van ziekenhuizen te recycleren.
“Er wordt veel plastic gebruikt in ziekenhuizen, onder andere PVC,” zegt Josefsson. “We hebben nu een consortium opgezet met partners, waaronder de provincie Stockholm en de westkust van Zweden. Andere partners naast INEOS zijn onder meer Zweedse universiteiten en instituten, recycleringsbedrijven en PVC MedAlliance*. Het doel is om een duurzaam managementsysteem op te zetten voor medisch kunststofafval via een nauwe samenwerking tussen verschillende belanghebbenden en praktijkprojecten.”
Een ander project is het samenwerkingsprogramma met enkele belangrijke spelers uit de Zweedse papier- en pulpsector om mogelijk duurzame grondstoffen uit bossen te gebruiken. Zweden, dat de op twee na grootste papieren pulpindustrie van Europa heeft, neemt een unieke positie in omdat grote delen van het land bebost zijn.
Maar vanwege de afnemende papierconsumptie zoekt de industrie naar nieuwe toepassingen.
Het project, Forest-Chemistry, wordt gesteund door het Zweedse overheidsbedrijf VINNOVA.
Ondertussen heeft Sustainable Chemistry 2030 ook steun gekregen van onderzoeksinstellingen als Chalmers University of Technology, SP Technical Research Institute of Sweden, The University of Gothenburg, IVL en Luleå/ Umeå University.
“Het platform, Sustainable Chemistry 2030, heeft de samenwerking binnen de cluster doen toenemen en helpt de visie uitdragen dat chemie nodig is voor de biogebaseerde maatschappij van morgen” aldus Lars. “Dit zal heel belangrijk worden wanneer we ook andere cruciale kwesties met politici gaan bespreken.”
Volgens Lars biedt het jaar 2030 een duidelijke focus en zorgt het voor de juiste druk om onze doelen te realiseren.
“Wij denken dat het mogelijk is om ons doel te bereiken,” stelt hij.
*Lees meer over PVC Med Alliance op www.pvcmed.org.