Het zijn spannende tijden voor INEOS – zowel aan land als op zee – zo ontdekt INCH tijdens een gesprek met Geir Tuft, CEO van de nieuwe olie- en gasvestiging INEOS Breagh
VELEN vragen zich af waarom INEOS zich inlaat met olie en gas. Sommigen fronsen de wenkbrauwen omdat het bedrijf zijn pijlen op de Noordzee richt, terwijl anderen zich er net uit terugtrekken.
De onderneming is ervan overtuigd dat ze de frisse wind is waar de olie- en gasindustrie op zit te wachten. Dat ze de verouderende activa (die niet meer winstgevend en ongeschikt zouden zijn) nieuw leven kan inblazen.
Die mening is ook Geir Tuft toegedaan. INEOS heeft de man aangetrokken als hoofd van de nieuwe gasbusiness op zee, INEOS Breagh. Die opereert vier boorplatforms in de Noordzee en heeft aandelen in zestien exploratievergunningen.
INCH sprak met Geir kort nadat hij als CEO van de nieuwe dochteronderneming van INEOS zijn intrek had genomen in zijn nieuwe kantoor in Londen.
“Ik weet niet waar dit avontuur mij of INEOS uiteindelijk zal brengen, maar we kunnen zeker een groot verschil maken in de Noordzee”, aldus Geir. “Voor ons is dit namelijk geen kortlopend project.”
In oktober kocht INEOS alle twaalf gasvelden van de Duitse firma DEA, deel van de LetterOne Group, in het Britse Noordzeegebied. De gasvelden liggen dicht bij de activa van INEOS in het noordoosten van Engeland en Schotland. Ze leveren ongeveer 8 % van het gas in het VK, genoeg om 10 % van de woningen te verwarmen.
“Dat is niet niks en daar denk ik ook aan als ik ‘s avonds naar huis ga. Wat is het fijn om aan het roer van zo’n schip te staan”, aldus Geir.
De Russische miljardair Mikhail Fridman verkocht de gasvelden op vraag van de Britse overheid, uit angst voor sancties tegen Moskou voor de rol van Rusland in Oekraïne.
Een paar dagen nadat INEOS had beslist om DEA (VK), waaronder het Clipper South platform over te kopen, heeft Fairfield Energy Holdings Ltd zijn aandeel van 25 % in de Clipper South verkocht. Zo kwam het boorplatform voor 75 % in handen van INEOS. Fairfield wou zich naar eigen zeggen toeleggen op ontmanteling.
Maar het is onwaarschijnlijk dat INEOS het hierbij laat en stopt met de aankoop van gasvelden in de Noordzee.
“Hoegenaamd alles in de Noordzee is te koop en wij zijn de enige kopers in een zee van verkopers”, aldus Geir.
Ook al is dit onbekend terrein voor INEOS, toch voelt de onderneming er zich klaar voor.
“INEOS is dan wel een nieuwkomer in de Noordzee, maar ons bedrijf heeft heel wat ervaring met chemische fabrieken die even complex of zelfs complexer zijn dan deze platforms op zee”, licht Geir toe. “Onze belangrijkste aandachtspunten (milieu, gezondheid en veiligheid; betrouwbaarheid; hoge bezetting en competitieve vaste kosten) zijn allemaal aspecten die de mature Noordzeemarkt nodig heeft om de levensduur van de activa te verlengen en om zo veel mogelijk koolwaterstof te ontginnen. We twijfelen er niet aan dat we deze activa betrouwbaarder kunnen maken en investeren daar waar nodig.”
De problemen van de Britse olie- en gasbedrijven, die al sinds 1964 in de Noordzee naar olie en gas boren, zijn uitvoerig beschreven.
In 2014, waarschuwde Pricewaterhouse Coopers dat er dringend nood was aan een nieuwe visie en nieuwe werkmethodes om de positie van die industrie als wereldwijde olie- en gashub veilig te stellen.
“Een meer strategische en geïntegreerde benadering dringt zich op, om het leven van de Noordzee voor alle betrokkenen en de toekomstige generaties te helpen verlengen”, benadrukt Kevin Reynard, Senior Partner bij PwC in Aberdeen. “Als we niet gaan voor verandering, zou het doek weleens heel vroeg kunnen vallen voor het project.”
In juni 2015 borrelde dit alles weer op toen de olie- en gasproducenten opnieuw werden aangespoord om het voorbeeld te volgen van de andere Britse industrieën. Ook zij moesten wel veranderen om te overleven.
“We kunnen er niet omheen: de exploratie en productie zijn gedaald tegenover de vorige jaren”, geeft Kevin toe. “Ook al gaan alle geplande boringen door, het tempo waarin wordt geboord blijft nu eenmaal te laag om zelfs maar een deeltje van de mogelijke middelen te recupereren. Dat is de harde realiteit.”
PwC heeft opgeroepen om de strategie drastisch bij te sturen. “Bedrijven moeten innoveren, samenwerken en hun kosten en prestaties verbeteren”, zo klinkt het.
De Britse overheid heeft er ook sinds begin 2014 bij de industrie op aangedrongen om de werkingskosten te beperken, de efficiëntie te verhogen, onaangeroerde reserves te ontginnen en meer te investeren in exploratie.
“Onze ervaring is van onschatbare waarde in deze context”, zegt Geir opgetogen. “We hebben een ruime ervaring met de aankoop, de verbetering en het beheer van zogenaamd ‘niet-winstgevende’ activa. Als er één bedrijf dit kan, dan is het INEOS wel.”
Er zijn naar schatting nog grondstoffen voor dertig tot veertig jaar productie – of nog ongeveer 24 miljard vaten met olie – maar volgens het Britse Office for Budget Responsibility zouden de olie-inkomsten tegen 2017-2018 met 38 % dalen.
Om de dalende Noordzeeproductie tegen het einde van het decennium met 15 % op te krikken, heeft de Britse kanselier George Osborne onlangs voor bijna £ 1,3 miljard aan maatregelen aangekondigd voor de komende vijf jaar. Ook is hij van plan om nieuwe exploratieoperaties gedeeltelijk te financieren om de reserves van de regio te verhogen.
De olie- en gasindustrie weet dat ze haar werkingskosten met miljarden moet terugdringen en haar productie-efficiëntie moet opdrijven om de concurrentie de baas te blijven.
De hoge werkingskosten van deze activa werden meteen een hot item toen de olieprijzen plots zakten van ongeveer $ 110 per vat naar $ 60, en naar nog geen $ 40 tegen het einde van het jaar (2015).
Geir, die de voorbije drie jaar in de vestiging in Grangemouth werkte, ziet 2016 erg opgewekt tegemoet.
“Eerst en vooral moeten we inzicht krijgen in deze nieuwe activiteit”, zegt hij. “Enerzijds heb ik het gevoel dat we vaste voet aan de grond hebben, want INEOS heeft al heel wat bereikt. Anderzijds moeten we toch voorzichtig blijven en bijleren, want dit is deels nieuw voor ons. Denk maar aan de exploratie, de ondergrondse lagen, geologie en seismologie.”
Tegen eind januari 2016 zal hij een sterk groeiplan voor de activiteiten aan INEOS Capital kunnen voorleggen.
Ook de medewerkers – mee overgenomen bij de verkoop van de LetterOne Group – zien de toekomst positief tegemoet.
“Na al die onzekerheid voelt iedereen zich vandaag echt opgelucht”, vertelt hij. “We zien alles bijzonder rooskleurig in, want iedereen weet dat we onze nieuwe activa willen benutten en uitbouwen. We gaan ervoor en kijken naar de toekomst.”
Dat vindt ook Adrian Coker, Head of Exploration and New Business bij INEOS Breagh.
“Eigenlijk hebben we net een verkoopproces van twee jaar achter de rug”, zo luidt het. “Eerst was er LetterOne en dan de doorverkoop aan INEOS ... We zijn dus blij dat we eindelijk vooruit kunnen en opnieuw zoals anders aan de slag kunnen.”
Jim Ratcliffe, Chairman van INEOS heeft het team al ontmoet.
“Hij gaat in tegen de grote stroom van mensen die de Noordzee verlaten. Maar voor durvers met een sterke ondernemingszin, liggen hier nochtans mooie kansen”, vertelt Adrian.
Het managementteam van de vestiging van DEA in het VK heeft heel wat ervaring en blijft dus aan het roer. Ze zullen deze afdeling op dezelfde manier leiden zoals dit bij de andere businesses van INEOS gebeurt.
“De hoofdzetel zal vooral van op een afstand toekijken”, benadrukt Jim. “Het managementteam beslist namelijk eigenhandig over het bestuur van de vestiging.”
INEOS zet hiermee een gedurfde stap in een nieuwe wereld. Deze onderneming heeft hoe dan ook het potentieel om de activiteiten van INEOS te transformeren zoals de overname van INNOVENE in 2015 dat deed. Alles hangt af van hoe ze zich ontwikkelt.