Nieuwe kansen dienen zich vaak aan wanneer je ze het minst verwacht. Het geheim is klaar te staan, want INEOS beseft maar al te goed dat het weleens op een nieuwe goudmijn zou kunnen zitte
Eerst moet het bedrijf de EU wel overtuigen om een deel van de €80 miljard die ze onlangs heeft opzijgezet voor onderzoek en innovatie op wereldniveau, in zijn ideeën te investeren.
“Dit is een fantastische kans voor ons, want de plannen van de EU passen bij veel dingen die wij nu al doen”, aldus Greet Van Eetvelde. Ze staat in voor het beheer van het Carbon & Energy Network van INEOS en voert het team aan dat zich bezighoudt met kwesties rond onderzoek en innovatie. “We moeten gewoon onze zichtbaarheid en onze betrokkenheid verhogen, want voor dit soort zaken is er veel publieke steun. Tegenwoordig kunnen deze organisaties een project in de industrie volledig financieren, wat een fantastische motivatie is om samen te werken.”
INCH sprak met Greet nadat de EU haar jongste financiering in het kader van het Horizon 2020 project had aangekondigd, haar grootste programma ooit om onderzoek en innovatie aan te moedigen.
“Met deze investering wil men de chemische industrie een nieuw elan geven”, zegt ze.
De industrie speelt een centrale rol in de Europese economie. Ze is goed voor een jaarlijkse omzet van €7 triljoen en 30 miljoen rechtstreekse jobs. Maar de afgelopen jaren had Europa het door de stijgende energiekosten en de strenge wetgeving steeds moeilijker om competitief te blijven op wereldniveau. Veel bedrijven hadden het niet gemakkelijk en dus werd er flink gesnoeid in veel onderzoeks- en innovatiebudgetten.
Carlos Moedas, eurocommissaris voor Onderzoek, Wetenschap en Innovatie, zegt dat de EU iets moest doen om de concurrentiekracht van Europa te versterken.
“Onderzoek en innovatie zijn de drijvende krachten achter de vooruitgang van Europa. Ze zijn cruciaal als we willen inspelen op de nieuwe, dringende uitdagingen: immigratie, de klimaatverandering, schone energie en gezonde maatschappijen”, verklaarde hij.
Horizon 2020 werd gelanceerd op 1 januari 2014. Gespreid over zeven jaar gaat de EU via dit programma €77 miljard investeren om de economische concurrentiekracht van Europa te verstevigen en de grenzen van de menselijke kennis te verleggen.
Met dit onderzoeksbudget wil de EU hoofdzakelijk het dagelijkse leven verbeteren op gebieden zoals gezondheid, milieu, transport, voedsel en energie. Het wil het voor de overheids- en privésector ook gemakkelijker maken om samen te werken aan innovatieve oplossingen.
INEOS is achter de schermen al druk bezig met een reeks initiatieven. Het bedrijf is aan Horizon 2020 verbonden doordat het lid is van heel wat organisaties, waaronder SPIRE (Sustainable Process Industry through Resource and Energy Efficiency), SusChem en PlastEU. Stuk voor stuk organisaties die INEOS een toegevoegde waarde bieden en zijn imago helpen te versterken.
“Al deze platformen delen een vergelijkbare zienswijze en zoeken nieuwe denk- en werkpistes om de Europese industrie efficiënter met haar middelen en energie te doen omgaan”, zegt Greet.
Bij INEOS staat ze aan het roer van het Carbon & Energy Network. Alle ondernemingen zijn erin vertegenwoordigd met in totaal meer dan honderd collega’s, die allemaal echt geïnteresseerd zijn om de efficiëntie op een zo duurzaam mogelijke manier te verhogen.
In tegenstelling tot andere ondernemingen heeft INEOS – bewust – gekozen om geen aparte duurzaamheidsafdeling op te richten. In de plaats daarvan ziet de onderneming duurzaamheid als een fundamenteel aspect van haar bedrijfsvoering. INEOS wil dat iedereen nadenkt over manieren van zakendoen die de toekomst van de onderneming veiligstellen voor de volgende generaties.
Hetzelfde geldt voor het netwerk van Greet. Alle leden werken elders in de onderneming.
Maar voor Greet gaat het niet alleen om energie besparen.
“Het is essentieel dat we de kansen rondom ons grijpen en niet aan onze neus laten voorbijgaan”, vindt ze. “Zoals altijd moet je veel proberen voor je slaagt. En wie niet waagt, niet wint. Als we goede prestaties op dit vlak kunnen voorleggen, trekken we hopelijk meer investeringen aan voor INEOS.”
En met dat doel wordt een speciaal onderzoeks- en innovatieteam opgericht binnen het Carbon & Energy Network. In eerste instantie gaat het zich toespitsen op nieuwe kansen.
In december sprak Greet op de zevende European Innovation Summit in het Europees Parlement in Brussel.
“Het is heel belangrijk dat we diverse bedrijfsscenario’s en oplossingen verkennen”, zegt ze. “Waarom geen wegen van plastic maken? We willen van de traditionele denkpistes af en ook ‘outside the box’ denken.”
Volgens Greet is het van essentieel belang dat alle kernindustrieën – chemie, staal, cement, mineralen, levenswetenschappen en techniek – manieren vinden om hun processen te optimaliseren door afvalstromen en grondstoffen te delen.
Vandaag hindert het gebrekkige begrip van elkaars processen die ontwikkeling, die vogens Greet cruciaal is als de industrie de toekomstige uitdagingen degelijk wil aanpakken.
“We moeten afstappen van de lineaire waardeketens en naar een industriële symbiose streven”, gaat ze verder. “Al deze industrieën hebben meer gemeen dan ze beseffen en samen kunnen ze efficiënter werken. Laat ze de oversteek wagen.”
Greet zegt dat INEOS Technologies in Frnkrijk onlangs een vierjarenproject op Europees niveau is gestart om te onderzoeken hoe de zes globale verwerkende industrieën beter kunnen samenwerken om energie, geld en grondstoffen te besparen.
Aan het EPOS-project is een bedrag van €5,1 miljoen verbonden, waarvan €3,7 miljoen wordt gefinancierd door de Europese Unie en €1,4 miljoen door de Zwitserse regering. Het project kwam tot stand via SPIRE.
“Toen de vertegenwoordigers van de verschillende industrieën onlangs samenkwamen, dachten ze dat ze niets gemeen hadden. De bemiddelaar vroeg hen het als een oefening in speeddating op te vatten”, vertelt Greet. “Al na enkele minuten kregen ze door dat het wel degelijk de moeite loonde om samen te werken. Het ging zo van: Oh, jullie hebben dat! Wij hebben dat nodig!”
Al deze platformen, programma’s en projecten – SPIRE, Horizon 2020 en SusChem – hebben een gemeenschappelijk doel: bouwen aan een duurzamere wereld.
“De natuurlijke rijkdommen zijn beperkt”, zegt Greet. “Daarom moeten we onze denkpatronen nog meer dan ooit tegen het licht houden.”
En dat zou weleens kunnen lukken, dankzij de recente boost van het EU-programma Horizon 2020.
INEOS deelt in de gunstige conjunctuur
INEOS viel al meerdere keren in de prijzen bij de Europese Unie.
De samenwerking met anderen leverde de onderneming al miljoenen aan investeringen op in projecten die bijdragen tot een hogere energieefficiëntie, de verspilling van de natuurlijke rijkdommen tegengaan en de CO2-uitstoot verminderen.
INEOS O&P (Keulen), INEOS Oxide in België, INEOS Paraform (een deel van INEOS Enterprises) in Duitsland, INEOS Chlor in het VK en onlangs INEOS Technologies in Frankrijk zijn hierin proactieve partners.
“Al deze projecten werden met succes voltooid of zijn volop aan de gang”, vertelt Greet Van Eetvelde, manager van Cleantech Initiatives.
INEOS Paraform verkreeg EU-financiering voor een innovatieve zuiveringstechniek om afvallucht in het productieproces van paraformaldehyde te behandelen.
De fabriek in het Duitse Mainz, die sinds 1856 chemicaliën produceert, moest haar CO2-uitstoot drastisch inperken.
“Indertijd bestond er geen haalbare technologie om de situatie te verbeteren en daarom werkte de fabriek met een vrijstellingsvergunning”, aldus projectmanager Horst Schmolt.
INEOS voerde een reeks laboratoriumtests uit en in een testfabriek bleek dat men de emissieniveaus aanzienlijk kon terugdringen door een plasmakatalytische module voor de verwerking van afvallucht op grote schaal te installeren.
“Niemand in onze sector had ooit zoiets geprobeerd”, zegt Horst. “Maar het werkte.”
Ondertussen kon INEOS Chlor in het VK geld aantrekken voor de ontwikkeling van een nieuw computersysteem dat ondernemingen helpt efficiënter zaken te doen. En INEOS Oxide België werkte samen met vertegenwoordigers van zeventien bedrijven uit Frankrijk, Duitsland, Spanje, Noorwegen, Denemarken, Rusland, Italië en het VK om een investering vast te leggen voor de ontwikkeling van een nieuwe manier om vloeibare brandstoffen te produceren op basis van aardgas.
Dr. Stefan Krämer, Site Energy Manager bij INEOS O&P (Keulen), is momenteel betrokken bij twee projecten die op in totaal € 5,5 miljoen aan EU-fondsen kunnen rekenen.
Bij het eerste wordt een systeem uitgewerkt dat de uitbaters van grote, geïntegreerde chemische en petrochemische fabrieken in staat stelt om grondstoffen en energie efficiënter te beheren zonder dat de productie eronder lijdt. Dat systeem krijgt momenteel vorm, zodat ook andere industrietakken met vergelijkbare productie-installaties het kunnen gebruiken.
Met het tweede project wil men grote, onderling verbonden systemen (elektriciteitssystemen, controletorens voor luchtverkeer, treinstations en grote industriële productievestigingen) betrouwbaarder en efficiënter maken.
De recentste begunstigde is INEOS Technologies in Frankrijk. Dat is een vierjarenproject op Europees niveau gestart om te onderzoeken hoe de zes globale verwerkende industrieën beter kunnen samenwerken om energie, geld en grondstoffen te besparen.
Volgens Greet is het van essentieel belang dat alle kernindustrieën – chemie, staal, cement, mineralen, levenswetenschappen en techniek – manieren vinden om hun processen te optimaliseren door afvalstromen en grondstoffen te delen.
“Al deze industrieën hebben meer gemeen dan ze beseffen en samen kunnen ze efficiënter werken”, besluit ze.