De olie- en gasbedrijven trekken weg uit de Noordzee door de stijgende kosten en kelderende winstmarges, terwijl INEOS hier net mooie kansen ziet. De Chairman van INEOS, Jim Ratcliffe, legt uit waarom INEOS een nieuw platform heeft gevonden om zaken te doen
Deze keer is het weliswaar op zee – diep in de Noordzee.
Tot dusver hebben we honderden miljoenen dollar geïnvesteerd in de aankoop van gasvelden van de DEA Group. Bovendien hebben we een nieuwe dochtermaatschappij opgezet om nog meer kansen na te jagen.
“We slaan hierdoor een andere richting in, maar de tijd zal moeten uitwijzen of dit net zo’n transformatie zal teweegbrengen als de overname van INNOVENE van BP in 2005”, aldus Chairman Jim Ratcliffe.
De olie- en gasbedrijven verkopen verwoed hun activa als gevolg van de hoge kosten en kelderende winstmarges. Drie jaar geleden kostte een vat olie $ 110, vandaag nog geen $ 40. En het ziet ernaar uit dat de prijs nog zal dalen.
Volgens Jim hebben de problemen in de Noordzee twee oorzaken.
De installaties werken niet zo efficiënt als ze zouden kunnen en de kosten swingen de pan uit.
“Doorgaans werken we op 98 %. Onze machines draaien en produceren voortdurend”, zo zegt hij. “Maar in de Noordzee zien we voorbeelden van 60 tot 65 %. In de chemische industrie zouden we dit gewoon niet aanvaarden.”
De stijgende kosten werken deze inefficiënte praktijken extra in de hand.
“Het Verenigd Koninkrijk heeft niet zo nauwgezet omgesprongen met zijn kosten. Daardoor is alles doorgaans duurder in de Noordzee dan in de Golf van Mexico, waar een harde concurrentiestrijd woedt”, vervolgt hij. “En niet een beetje duurder, maar veel duurder. Terwijl die grote concurrentie in de VS de kosten net heeft gedrukt.”
INEOS begrijpt nog niet 100 % waarom de installaties in de Noordzee niet altijd operationeel zijn, maar volgens Jim is INEOS hét bedrijf dat de productie en de efficiëntie kan verhogen.
“We moeten nog uitzoeken of we concreet iets kunnen betekenen,” gaat hij verder, “maar we hebben sowieso onze expertise in de chemiesector. En dit zijn uiteindelijk allemaal chemische installaties. Ondanks de moeilijke omgeving – in het midden van de Noordzee – zijn pompen, leidingen, vaten, filters, vloeistoffen en gassen wel degelijk onze dada.”
De voorbije vijftien jaar is INEOS gegroeid dankzij enkele succesvolle overnames.
“Wanneer we kijken hoe we het vandaag doen in vergelijking met hoe de individuele bedrijven ten tijde van onze overname draaiden, dan is alles nu duidelijk efficiënter, veiliger en kosteneffectiever”, benadrukt hij. “Dus waarom zouden we niet hetzelfde kunnen doen in de olieen gasindustrie?”
INEOS begon zowat een jaar geleden naar de mogelijkheden op zee te onderzoeken.
“Uiteraard heeft de scherpe daling van de olieprijs ons enthousiasme een extra boost gegeven, maar we hadden hier eerder al over nagedacht. We hebben namelijk heel wat tentakels die hier op de een of andere manier mee verband houden”, aldus Jim.
De Britse overheid is tevreden met de beslissing van INEOS om te kopen.
“Wat de Britse overheid – net als wij – erkent, is dat je de koolwaterstof in de grond blokkeert als je inefficiënt en duur bent”, benadrukt Jim. “Zodra je met een platform naar het break-evenpunt daalt, moet je het opdoeken. Of er nog koolwaterstoffen in de grond zitten of niet. Als je dat platform efficiënter en kosteneffectiever maakt, dan kun je het langer exploiteren en meer koolwaterstoffen ontginnen.”
Volgens Jim wou de Britse overheid wanhopig het economische herstel optimaliseren.
“Misschien kan INEOS met een lichtjes andere benadering meer koolwaterstoffen voor de Britse overheid produceren”, stelt hij.
Jim sluit extra investeringen in activa in de Noordzee niet uit, maar kan niet zeggen hoeveel INEOS nog wil besteden.
“We gaan niet meer uitgeven dan we hebben”, zo zegt hij. “Maar bij overnames is het altijd een beetje koffiedik kijken, want je weet nooit waar je eindigt.”
De grootste uitdaging is nu om nieuwe koolwaterstoffen op te delven, zodat de pijplijn voortdurend gevoed blijft.
“Tenzij je nieuw materiaal vindt, zit je uiteindelijk met een activiteit die op niets zal uitdraaien”, zegt hij. “We hebben een fenolfabriek die vandaag 500.000 ton produceert en dat ook over twintig jaar nog zal doen. Maar bij olie en gas neemt de productie altijd af.”
Om deze activiteit verder te doen groeien, gaat INEOS een beroep doen op een team van geologen, geofysici en experts in de ondergrondse aardlagen. Momenteel zijn die in Londen aan het werk voor INEOS Breagh.
“Het lijkt mij een heel sterk team”, aldus Geir Tuft, die onlangs is aangesteld als CEO van INEOS Breagh. “Het is ook een van de redenen waarom deze overname zo aantrekkelijk was.”