Wat drijft iemand ertoe om de beste van de wereld te willen zijn? INCH sprak met Steve Nash, een elektrisch ingenieur die in de vestiging in het Engelse Runcorn werkt. Jaar na jaar zoekt hij grote hoogtes op
DIT was een unieke ervaring.
Terwijl Steve Nash met zijn parapente over de 2478 m hoge Nufenenpas in Zwitserland vloog, kwam hij in turbulente ijslucht terecht.
“Ik begon zo snel hoogte te verliezen, dat ik dacht dat ik niet meer vastzat aan de parapente”, zegt hij. “Het was alsof ik in een woeste waterval terechtgekomen was.”
Terwijl hij met acht meter per seconde richting grond zoefde, moest hij het hoofd koel houden en zijn parapente weer onder controle zien te krijgen.
“Gelukkig had ik in mijn opleiding geleerd wat je in zo’n situatie moet doen”, zegt hij. “Toch was ik achteraf ontzettend blij toen ik weer met beide voeten op de grond stond.”
Die ervaring – die dodelijke gevolgen had kunnen hebben – weerhield hem er niet van om de volgende dag om 5 uur op te staan en zijn epische tocht door de Alpen verder te zetten. En daar zit het hem nu juist. Dit onderscheidt grote doorzetters van de rest. Of om het te zeggen met de woorden van sir Edmund Hillary, de man die als eerste de Everest bedwong: “Het is niet de berg die we overwinnen, maar onszelf.”
Steve nam deel aan een van de zwaarste races ter wereld: de tweejaarlijkse Red Bull X-Alps.
Slechts een 32-tal internationale paragliders beschikken over de durf en de fysieke conditie om mee te doen. Stortregens, turbulentie, stormweer, hevige wind, sneeuwstormen en vriestemperaturen zijn hun grootste tegenstanders wanneer ze stappen, lopen en vliegen van Salzburg (Oostenrijk) naar Monaco via Duitsland, Italië, Zwitserland en Frankrijk.
Er wordt geen precieze route opgelegd. De atleten moeten voorbij tien controlepunten, meestal iconische bergtoppen. Maar ze beslissen zelf hoe ze daar geraken.
De winnaar dit jaar was de Zwitserse paraglidinglegende Christian Maurer: hij landde 8 dagen, 4 uur en 37 minuten na zijn vertrek vanaf het Mozartplein (Salzburg) in Monaco. Hij mocht deze trofee al voor de vierde keer in ontvangst nemen.
Achtenveertig uur later was de race officieel ten einde, ook al was Steve (de enige Brit en met zijn 52 jaar de oudste deelnemer) amper 178 km van de finish verwijderd.
“Het was een unieke kans om mezelf te meten met de allerbeste vliegers van de wereld”, is zijn commentaar.
Nadat hij in oktober 2014 was geselecteerd, vroeg Steve advies aan fitnessexperts, voedingsdeskundigen en voormalige deelnemers aan de race.
“Iedereen die meedoet, ongeacht op welk niveau, wil zijn allerbeste beentje voorzetten”, vertelt hij.
Maar een voorliefde voor bergen en hoogtes volstaat niet.
“Het echte gevaar is het weer”, aldus Steve. “Ruwe turbulentie door thermiek kan de stoffen vleugels doen scheuren. De gigantische cumulonimbuswolken zijn zo gevaarlijk dat passagiersvliegtuigen ze steevast mijden.”
Wat de deelnemers anders maakt? Ze zijn in staat om te vliegen in omstandigheden die de meeste paragliders totaal onveilig zouden vinden.
“De echte topvliegers zijn zo bedreven dat ze zelfs de meest ongunstige weersomstandigheden trotseren en in hun voordeel benutten”, aldus Steve. “En dat telt, want deze race win of verlies je in de lucht.”
Steve nam vier jaar geleden al eens deel, maar werd gediskwalificeerd nadat hij acht meter in verboden luchtruim rond de luchthaven van Locarno had gevlogen.
“Ik had nooit eerder in verboden gebied gevlogen. Maar wanneer je fysiek en mentaal tot het uiterste gaat, denk je soms niet helemaal helder meer na”, gaat hij verder.
Dit jaar wou hij die fout niet meer maken. En dat is hem gelukt.
Op een goede dag schoot hij letterlijk vooruit en legde hij meer dan 130 km in de lucht en 70 km te voet af.
Op een slechte dag moest hij stappen of lopen met een rugzak 9 kg op de rug.
“De slechtste dag om te vliegen was toen we uit Zermatt vertrokken. De omstandigheden waren heel moeilijk, met harde wind die me letterlijk naar de verkeerde kant duwde, weg van de finish”, herinnert hij zich.
De Red Bull X-Alps eist zijn tol van je lichaam, want het slaapgebrek leidt tot zware vermoeidheid.
“Ze vroegen mij eens wat ik wou eten en ik kon daar niet eens een antwoord op verzinnen”, vertelt hij.
Hij verloor zowat 5 % van zijn lichaamsgewicht, ook al kreeg hij per dag 4500 calorieën binnen.
De deelnemers mogen stappen tussen 5 en 22.30 uur. Vliegen mag tussen 6 en 21 uur.
“Ik stond vaak al om 6 uur boven op een heel hoge bergtop, klaar om uit te vliegen”, merkt hij op.
Een van de unieke aspecten van de race is dat de toeschouwers elke beweging van de atleten online kunnen volgen.
Dus ook toen Steve ergens in een tuin dicht bij de Zwitsers-Franse grens landde.
“De eigenaar kwam zijn chalet uit om te zien of ik in orde was en iets te drinken wou”, weet hij nog.
Steve begon in 1990 met paragliding in Noord-Wales, waar de hoogste piek amper 1085 m hoog is.
“Paragliding staat voor mij synoniem met vrijheid”, zegt hij. “Je kunt meer dan 100 km afleggen zonder dat je enig idee hebt waar je zult landen of hoe je terug naar je vertrekpunt geraakt.”
Hij houdt zijn conditie op peil door bijna elke dag naar het werk (Runcorn) te lopen of te fietsen.
Als werkgever begreep INEOS zijn passie. Steve kreeg onbetaald verlof, zodat hij in de winter kon gaan trainen in Brazilië en twee maanden in de Alpen kon doorbrengen om zich ten volle op de race voor te bereiden.
“Niet veel werkgevers zouden zich zo flexibel opstellen”, geeft hij toe. “Maar INEOS gelooft dat een goede fysieke conditie voor iedereen goed is, want zo lopen de werknemers minder risico om ziek te worden.”
En wil hij in 2017 weer meedoen?
“Zeker en vast!”, antwoordt hij. “Deze race spreekt tot de verbeelding van iedere vlieger die er ooit van heeft gedroomd om een adembenemende bergketen zoals de Alpen over te steken. Je kunt dit gewoon met geen enkele andere uithoudingsrace vergelijken.Ik heb het nu twee keer geprobeerd en deze keer was ik er bijna. Derde keer, goede keer, denk ik dan!”