Inch Magazine

Van de directiekamer naar het slagveld

Koninklijk eerbetoon aan de hr-directeur van INEOS, die de zin van het leven ontdekte toen hij oog in oog stond met de dood
5
min
2015

Niet iedereen wil in zijn comfortabele cocon blijven. Mensen als Tony Moorcroft al zeker niet. Voor hem is verandering altijd beter dan blijven hangen, zoals INCH vaststelde.

Op 19 maart 2003 sprak de Amerikaanse president George Bush de wereld toe.

In een live-uitzending op tv zei hij dat de campagne van de geallieerden om Irak te ontwapenen, het volk te bevrijden en de wereld tegen een groot gevaar te beschermen, begonnen was.

Duizenden kilometers daarvandaan, maar in zekere zin toch niet zo veraf, zat de reservist Tony Moorcroft thuis in het VK.

Deze specialist-scheepsmilitair was de eerste die verplicht voor dienst werd opgeroepen sinds de Tweede Wereldoorlog.

Twee maanden eerder had hij via de post een brief in een verzegelde bruine enveloppe ontvangen.

„Toen ik de brief snel doornam voor ik naar mijn werk vertrok, drong de inhoud niet echt tot me door. Pas uren later besefte ik plots dat het echt zou gaan gebeuren”, zegt hij.

Zijn familie was begrijpelijkerwijze nog meer bezorgd dan hijzelf.

„Je weet dat je hiervoor gekozen hebt en opgeleid bent. Dus ga je je helemaal concentreren op je dagelijkse taken, uur per uur. Dat helpt om je angst of ongerustheid te overwinnen”, vertelt hij. „Maar je moet op een zo normaal mogelijke manier voortdoen.”

Een week nadat hij zijn oproepingspapieren had ontvangen (januari 2003), vertrok hij van thuis in het noorden van Engeland. In het kader van Operatie Telic 1 voegde hij zich bij het 165 Port and Maritime Regiment, een gespecialiseerde logistieke eenheid.

Hun taak voor de volgende vijf maanden: de geallieerde strijdkrachten in leven houden wanneer ze op kritieke locaties in Irak en Koeweit terechtkwamen.

Als onderofficier had Tony de bijkomende verantwoordelijkheid dat hij over een team van mannen moest waken.

„Je gedachten zijn dan echt geconcentreerd op het ultieme doel dat iedereen nastreeft: veilig terugkeren naar familie en vrienden”, gaat hij verder.

In het conflict kwamen duizenden mensen om het leven, maar Tony overleefde het en nam na afloop zijn job als HR-directeur voor INEOS ChlorVinyls en INEOS Enterprises weer op.

„Na een korte verlofperiode wilde ik zo snel mogelijk terug naar het normale burgerleven”, vertelt hij. „Ik heb me vrij gemakkelijk aangepast, want op de werkvloer had ik meteen weer een drukke agenda. Ik heb veel steun gekregen van mijn familie, vrienden en collega’s. Ze vielen me niet lastig met eindeloze vragen en de steun van INEOS was fantastisch. Veel reservisten waren bezorgd om hun baan wanneer ze naar huis zouden terugkeren, maar ik had dat probleem niet. Zo kon ik me helemaal concentreren op mijn taak: ervoor zorgen dat alle jongens veilig thuiskwamen.”

Toch was het een ervaring die zijn leven zou veranderen.

„Ik leerde veel over mezelf en over anderen. Maar het is niet iets wat ik zomaar opnieuw zou doen, zonder zorgen”, vertelt hij. „Ik waardeer het leven nu meer en ik denk dat ik beter met moeilijke situaties overweg kan.”

„Ik ging oorspronkelijk bij het leger om mijn ingenieursvaardigheden te verbeteren en mijn carrière een duwtje in de rug te geven”, zegt hij. „Maar mijn rol als reservist heeft mijn leven op verschillende manieren veranderd en INEOS had als werkgever niet beter kunnen doen. Bij de landmachtreserve leer je je voorbereiden op heel veeleisende situaties. Situaties waarin je geen andere keuze hebt dan doen wat je moet en je verantwoordelijkheid moet nemen voor je daden. In de chemische industrie komen we voor vergelijkbare uitdagingen en dilemma’s te staan. In de loop der jaren heb ik ondervonden dat beide rollen elkaar aanvullen: in beide functies moet je leiderschap, teamwerk, discipline, integriteit en respect aan de dag leggen.”

En blijkbaar slaagt Tony daar heel goed in.

Vorig jaar werd hij door zijn overste, luitenant-kolonel C. K. Thomas van het Royal Logistic Corps, genomineerd voor een ‘Queen’s Birthday Honour’, de koninklijke medaille voor vrijwillige reservisten, om de voorbeeldige en verdienstelijke uitvoering van zijn plichten.

Deze eer valt elk jaar slechts dertien mensen te beurt.

„Ik was eerst sprakeloos”, vertelt de intussen 55-jarige Tony. „Maar mijn verstomming sloeg al snel om in trots, want deze medaille wordt elk jaar slechts aan een beperkt aantal mensen uitgereikt. Ze is dus heel bijzonder.”

Hij kreeg de medaille op Buckingham Palace uit handen van prins Charles, die zich nog herinnerde dat hij Tony in 1993 had ontmoet in Liverpool op de herdenkingsceremonie van de Slag om de Atlantische Oceaan.

„Hij was in het bijzonder geïnteresseerd in mijn overstap van de zeemacht naar de landmacht, omdat we tijdens onze carrière allebei dienst hadden gedaan op hetzelfde type schip”, weet hij nog.

ERETEKEN

De koninklijke medaille voor vrijwillige reservisten is zowat de hoogste onderscheiding die Tony Moorcroft had kunnen ontvangen.

De lofbetuigingen die hem deze prestigieuze erkenning opleverden, zijn dan ook niet van de minste.

Zijn overste luitenant-kolonel Colin Thomas, die hem voor de medaille nomineerde, zegt dat Tony (intussen bijna op pensioenleeftijd) altijd heeft uitgeblonken als een voorbeeldige, onbaatzuchtige persoon.

„Hij is een echte teamspeler en altijd bereid om zijn eigen comfort op te offeren als hij hiermee zijn collega’s kan helpen. Dat weet iedereen”, vertelt hij. „Iedereen die met hem werkt, en misschien in de eerste plaats zijn ondergeschikten, heeft het allergrootste respect voor hem. Zijn engagement is totaal: je kunt altijd op hem rekenen en zijn enthousiasme kent geen grenzen. Zelfs na drie decennia bij de zeeen de luchtmacht.”

Luitenant-kolonel Thomas zegt dat Tony zich intens bekommerde om het welzijn van zijn soldaten toen ze in 2003 in Irak werden ingezet.

„Naast zijn hoofdtaken stak hij ook veel energie in het herstellen of bouwen van geïmproviseerde basisinstallaties. Zo zorgde hij ervoor dat het moreel hoog bleef”, aldus Thomas.

More from INCH Magazine
changing-face-technology-banner.jpg

Het nieuwe gezicht van de technologie

Verandering is de enige constante in het leven. Maar de voorbije decennia is verandering pas echt in een onrustwekkende stroomversnelling terechtgekomen. Niemand is er immuun voor en tegelijk wijst niets erop dat het tempo zal afnemen. DE voorbije decennia heeft het leven op het werk mogelijk de grootste verandering ondergaan sinds de industriële revolutie. En dat was zelf al een stroming die over de hele wereld ingrijpende veranderingen teweegbracht. Het ziet er voorlopig ook niet naar uit dat het tempo van de verandering zal afnemen. „We zullen in de 21e eeuw geen 100 jaar vooruitgang meemaken, maar eerder zowat 20.000 jaar”, aldus Ray Kurzweil, een Amerikaan die door Forbes Magazine als ‘de ultieme denkmachine’ wordt beschouwd. De technologische vooruitgang heeft de bedrijfswereld drastisch veranderd. In 1975 voorspelde George Pake (destijds hoofd van de onderzoeksafdeling bij Xerox) het kantoor van de toekomst. „Het lijdt geen enkele twijfel dat er zich de komende twintig jaar een revolutie zal afspelen op het kantoor”, vertelde hij aan Business Week. „Wat wij aan het doen zijn, zal het kantoor veranderen zoals het straalvliegtuig destijds de reissector en de televisie het gezinsleven heeft veranderd.” Hij voorspelde dat zijn kantoor er in 1995 helemaal anders zou uitzien. Op zijn schrijftafel zou hij een televisiescherm en een toetsenbord hebben. „Ik zal documenten uit mijn mappen kunnen opvragen op het scherm of door een eenvoudige druk op een knop”, zei hij. „Ik zal mijn post of andere berichten op het scherm kunnen ontvangen. Ik heb geen idee hoeveel papieren documenten ik in die nieuwe wereld nog zal willen.” Het deel over het papier buiten beschouwing gelaten, sloeg hij de nagel op de kop. Vandaag hebben we draadloos internet, e-mail, smartphones, virtuele videoconferentietools en invloedrijke sociaalnetwerksites zoals Facebook, Twitter, TripAdvisor en Rotten Tomatoes, die allemaal aan een fenomenaal tempo groeien. Mensen kunnen in enkele seconden, of het nu thuis is, in de auto, op kantoor of in een vliegtuig op 8000 meter hoogte, communiceren met bekenden en onbekenden. Waar die zich ook ter wereld bevinden. De sociale media hebben de mensen weer macht gegeven. Bedrijven die die macht onderschatten en negatieve feedback over hun producten en diensten negeren, doen dat op eigen risico. „In deze nieuwe wereld speelt vertrouwen een cruciale rol. De consument is bovendien meer geneigd om het commentaar van een collega of een klant te vertrouwen, dan wat een onderneming zelf over haar producten of diensten beweert”, aldus John J. Sviokla, een van de directeurs van de Amerikaanse adviespraktijk van PwC, waar hij afdelingsmanager voor strategie en innovatie is. Maar wie zit achter die verandering? De klanten willen vandaag beter, sneller en goedkoper. Ze willen meer doen met minder. Maar tegelijk staan de bedrijven – die tegen bikkelharde concurrenten moeten opboksen – constant onder druk om te innoveren. In 1975 kostte de snelste supercomputer $ 5 miljoen. Vandaag presteert een iPhone van $ 400 even goed. Vorig jaar hadden naar schatting 4,55 miljard mensen een mobiele telefoon. Dat is bijna 70 % van de totale wereldbevolking. Het aantal mensen met een smartphone bedroeg 1,75 miljard. Smartphones zijn tegenwoordig goed voor bijna het dubbele van het mobiele verkeer via pc’s, tablets en routers. Dat volume zou tegen 2019 bovendien nog vertienvoudigen. Om voordeel te halen uit het huidige veranderende klimaat, moeten de bedrijven een visie hebben, volharden. Ze moeten erg goed kunnen organiseren en uitvoeren, en mogen niet bang zijn van verandering. „Deze eigenschappen zijn vandaag des te belangrijker, want de wereld is een stuk complexer dan pakweg tien jaar geleden”, vervolgt dhr. Sviokla. „Maar er zijn stappen die het management kan ondernemen om zich niet te laten overdonderen door deze snel veranderende omgeving, maar er net voordeel uit te halen.” PwC interviewde onlangs 1322 be drijfsleiders uit 77 landen. Meer dan de helft van hen verklaarde dat ze zich niet geïntimideerd voelden, maar net meer kansen zagen dan drie jaar geleden. „De wereld wordt steeds meer overheerst door de technologie. Als we in 2014 dus iets hebben geleerd, is het dat er geen enkele sector, onderneming of regering immuun is voor de effecten van verandering”, stelt dhr. Sviokla. „Ondanks de snelle veranderingen en de steeds minder stabiele en meer verscheurde bedrijfsomgeving blijken de CEO’s optimistisch.” Wie zal overleven en zelfs groeien? Volgens de heer Sviokla zijn dat de bedrijven die strategisch denken en actief zoeken naar een samenwerking met allerhande bedrijven, zelfs met hun concurrenten, om toegang te krijgen tot nieuwe markten en nieuwe technologieën. Volgens David Carder, engagement leader bij het Amerikaanse adviesbureau Kotter International, is het belangrijk om als je veranderingen doorvoert ook rekening te houden met ‘de betrokkenheid van het hart’. „Mensen emotioneel betrekken bij een zaak kan heel krachtig zijn en dat onderschatten leiders vaak sterk”, stelt hij. „Maar dit kan net de brandstof zijn voor de volharding en weerstand die nodig is om de uitdagingen van verandering het hoofd te bieden en vooral om de moed te hebben om de veranderingen door te voeren.” Dit kan door de bedrijfsvisie tot leven te brengen via verhalen, filmpjes en persoonlijke ervaringen. Volgens hem voelen veel bedrijfsleiders zich overdonderd door het tempo van de veranderingen. De huidige bedrijfsstructuur is dan ook achterhaald. „Op het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw werkte die structuur goed, omdat ze beantwoordde aan de bedrijfsomgeving van die tijd”, aldus dhr. Carder. „Maar we stellen vast dat ze vandaag een stuk minder efficiënt is. Bedrijven moeten flexibel te werk gaan met netwerkgedreven groepen collega’s die veel sneller innoveren en zich vlugger aanpassen.” Het is moeilijk te voorspellen welke technologieën en trends ons leven in de toekomst zullen beïnvloeden, maar het Global Institute van McKinsey deed onlangs toch een poging. Het instituut stelde een lijst op van twaalf potentiële technologieën – van robots met verscherpte zintuigen tot zelfrijdende auto’s – die tussen nu en 2025 een gigantische impact op de wereldeconomie zouden kunnen hebben. „De opeenvolging van nieuwe technologieën en wetenschappelijke ontdekkingen is niet te stoppen en de lijst met ‘volgende belangrijke innovaties’ wordt almaar langer”, lichtte een woordvoerder toe. „Sommige technologieën hebben nochtans echt het potentieel om de status quo te doorbreken en de leefen werkwijze van de mensen radicaal te veranderen. Bedrijfsleiders moeten inzien dat de concurrentievoordelen waarop ze hun strategie hebben gebaseerd, over tien jaar misschien uitgehold of net versterkt worden door opkomende technologieën.” Sommige technologieën die in het rapport van McKinsey aan bod komen, worden al jaren gevolgd, andere zijn verrassender. Niemand weet zeker wat het internet der dingen voor de bedrijfswereld zal betekenen, wanneer machines met elkaar kunnen praten. De gevolgen voor de samenleving, de economie en eigenlijk alles zouden naar verluidt niet van de minste zijn. De uitdaging is eigenlijk om de technologie te creëren om 50 miljard apparaten met elkaar te verbinden. „Het lijkt een waanzinnig groot concept, maar het is nu al aan het gebeuren. Beetje bij beetje, sector per sector”, zegt Peter Day, journalist internationale economie bij de BBC. „Auto’s zijn al in heel hoge mate computergestuurd.” In juni ging in Londen de zevende editie van de ‘Future of Wireless International Conference’ van start. „De technologische revolutie is nog maar begonnen”, aldus een woordvoerder van organisator Cambridge Wireless. „Net als bij alle revoluties zullen er onverwachte veranderingen plaatsvinden en nieuwe begunstigden opduiken. Bestaande actoren en structuren kunnen achterop raken of zullen het stuur radicaal moeten omgooien. Verandering brengt zowel kansen als uitdagingen met zich mee.” Maar niet iedereen ziet deze evolutie zo positief in. Volgens professor Susan Greenfield, neurowetenschapper aan de universiteit van Oxford (Verenigd Koninkrijk), zal het effect en de snelle opeenvolging van al deze veranderingen onze hersenen de komende honderd jaar op ondenkbare wijze beïnvloeden. „Onze hersenen worden beïnvloed door een constant groeiende wereld van nieuwe technologieën, zoals kabeltelevisie, computergames, het internet, draadloze netwerken, bluetoothverbindingen”, licht professor Greenfield toe. „De lijst is haast eindeloos.” Het is een trend die haar ernstige zorgen baart. „We brengen misschien wel een hedonistische generatie groot: mensen die alleen in een computerwereld leven en duidelijk het risico lopen om te vervreemden van wat de rest van ons de ‘echte wereld’ zou noemen”, gaat ze verder. In 1909 schreef E. M. Forster het kortverhaal ‘The Machine Stops’, een apocalyptische visie op een toekomst waarin de computers het voor het zeggen hebben. „Iedere internetgebruiker zou het moeten lezen”, vindt Paul Rajlich, researchprogrammeur bij het National Center for Supercomputing Applications in Illinois (Verenigde Staten). „Het is een huiveringwekkend maar meesterlijk kortverhaal over de rol van de technologie in ons leven. Vandaag is het nog even relevant als toen.” Niemand weet wat de toekomst brengt, maar één ding is zeker: het tempo en de reikwijdte van de veranderingen tarten elke verbeelding.

10 min read
nine-billion-banner.jpg

Het probleem van negen miljard mensen

De wereld raakt stilaan vol. Duurzaamheid moet bovenaan ieders agenda staan als we als soort willen overleven op een planeet met beperkte grondstoffen. Maar hoe spelen we dat klaar nu de wereldbevolking in 2050 naar verwachting de kaap van de negen miljard zal overschrijden? Negen miljard mensen is een probleem, al zijn de meningen verdeeld De bekendste natuurhistorische filmmaker van Groot-Brittannië, sir David Attenborough, neemt geen blad voor de mond. Toch zal hij ook niet snel overdrijven. De voorbije veertig jaar heeft hij vastgesteld hoe de mens sommige delen van de natuur zodanig heeft toegetakeld dat er geen dieren meer leven. Hij heeft de natuur voor zijn ogen zien veranderen, letterlijk. „En dat”, zegt hij, „is te wijten aan de toenemende bevolking.” „Ik twijfel er niet aan dat dit de fundamentele oorzaak is van al onze problemen en vooral onze milieuproblemen”, stelde hij onlangs in een interview met The Wellcome Trust. „Ik kan geen enkel probleem bedenken dat niet eenvoudiger op te lossen zou zijn als er minder mensen waren.” Tijdens zijn loopbaan heeft hij de wereldbevolking zien verdrievoudigen. „Mochten we de bevolkingsgroei kunnen afremmen, dan zouden we de problemen misschien beter kunnen oplossen. Maar zo is het helaas niet”, zei hij. „Het beste wat we kunnen doen, is het tempo van de aangroei vertragen. De beheerders van de Trust zijn gelukkig geen politici maar wetenschappers.” In een interview met INCH Magazine vorig jaar zei Jonathon Porritt, een van de meest vooraanstaande milieuactivisten ter wereld, dat hij hoopte dat de chemische industrie een doorslaggevende rol kon spelen in het vinden van een oplossing voor de uitdagingen in verband met duurzaamheid. En dat kan de sector inderdaad. Sinds de historische eerste Top van de Aarde in Rio de Janeiro in 1992 helpt de chemische industrie boeren wereldwijd om duurzame landbouwmethoden aan te nemen en biedt ze meer en meer mensen toegang tot schoner en veiliger drinkwater. De inspanningen van de sector leiden bovendien tot medische doorbraken, veranderen de manier waarop energie wordt gebruikt en helpen de uitstoot van broeikasgassen in te perken. De International Council of Chemical Associations, de internationale stem voor de chemische industrie, zegt dat deze vooruitgang het resultaat is van innovatieve ideeën, technologieën en processen die allemaal mogelijk zijn dankzij de chemie. INEOS is een van de bedrijven die zich toeleggen op de ontwikkeling van innovatieve, duurzame oplossingen voor complexe, uitdagende problemen. INEOS begrijpt namelijk dat hij een enorme invloed kan hebben op wat de wereld vandaag en in de toekomst doet. Een van zijn producten die een hemelsbreed verschil maken voor de voeding en de gezondheid in de wereld is acetonitrile. Deze stof wordt gebruikt bij de aanmaak van essentiële geneesmiddelen, zoals insuline en antibiotica, en speelt een belangrijke rol in kankerbehandelingen. Het heldere, vloeibare oplosmiddel wordt ook gebruikt bij de productie van agrochemicaliën die een hogere oogstopbrengst verzekeren. INEOS neemt momenteel ongeveer de helft van de wereldwijde vraag naar acetonitrile voor zijn rekening. Bovendien wordt een groot deel van zijn productie vervaardigd door andere bedrijven die een licentie hebben voor de technologie van INEOS. De mensheid staat hoe dan ook voor een belangrijke vraag: hoe kan de planeet na 2050 aan de behoeften van negen miljard mensen voldoen? De vraag naar voedsel stijgt, de natuurlijke rijkdommen worden schaarser en door de klimaatverandering is er dringend behoefte aan nieuwe, koolstofarme energiebronnen. Tim Benton, professor populatie-ecologie aan de universiteit van Leeds (Verenigd Koninkrijk) en expert in voedselzekerheid, zegt dat de mensen moeten begrijpen en aanvaarden dat er grenzen zijn aan het vermogen van onze planeet om ons te bieden wat we nodig hebben. „Alleen zo kunnen we echt werk maken van duurzaamheid”, aldus professor Benton. „De vraag is het allergrootste probleem. Als we de vraag niet inperken, zullen we het land en het water blijven overbelasten en de klimaatverandering nog meer versnellen.” Tegen 2050 zal de planeet voedsel moeten verstrekken aan 30 % meer mensen, maar de hoeveelheid bebouwbaar land is beperkt. „Door de technologische vooruitgang zullen we het land ongetwijfeld efficiënter kunnen benutten, maar we kunnen niet meer blijven halen uit steeds minder”, gaat professor Benton verder. „De enige manier om echt werk te maken van duurzaamheid, is door onze vraag te matigen.” Vandaag produceert de wereld genoeg calorieën voor twaalf miljard mensen, maar de bewoners van ontwikkelde landen eten te veel, een groot aandeel gaat naar het vee en de rest wordt verspild. „Het gaat hier niet om formulering en individuele voedingsstoffen, of om 3D-printers”, vervolgt professor Benton. „Het gaat om weerstand opbouwen, de afvalberg verminderen en ons voedingspatroon bijsturen. In de toekomst kan de agroindustrie de mentaliteit dat ‘de vraag groeit en daar moeten we tegen elke prijs op inspelen’ niet verder in stand houden. Deze mentaliteit moet veranderen.” Friends of the Earth voert al meer dan veertig jaar campagne voor het welzijn van de planeet en lanceerde onlangs een driejarenproject onder de titel ‘Big Ideas Change the World’. Volgens een woordvoerder van de organisatie moet we de extreme druk die de mens – vooral in de ontwikkelde landen – op onze planeet uitoefent, snel en sterk terugschroeven. „Het is een titanenwerk en als de wereldbevolking deze eeuw niet stagneert, zou het weleens onmogelijk kunnen zijn”, zo luidt het. Maar of de wereld nu tot de ondergang gedoemd is, daarover zijn de meningen verdeeld. „Het is een race tussen de uitputting van de grondstoffen en innovatie. Tot nu toe heeft innovatie de bovenhand”, verduidelijkt de hoofdeconoom van Citi, Willem Buiter, onlangs in INCH Magazine. „We worden hierin gesteund door meerdere duizenden jaren menselijke geschiedenis, dus ik ben vrij optimistisch.” Ook Robert Aliber, professor internationale economie en financiën aan de universiteit van Chicago, heeft er vertrouwen in. „Thomas Malthus voorspelde in 1798 dat een ongecontroleerde bevolkingsgroei tot de hongerdood zou leiden voor de aarde”, zegt hij. „De afgelopen tweehonderd jaar is gebleken dat hij ongelijk had, dus waarom zou hij de volgende honderd jaar zijn gelijk halen?” Overbevolking is in bepaalde delen van de wereld inderdaad een probleem. Zoveel staat vast. De bekroonde Deense fotograaf Mads Nissen trok negen jaar geleden naar Manila op de Filipijnen en zag er met eigen ogen wat het betekent als er te veel mensen in een te kleine ruimte wonen. In 1980 telden de Filipijnen 50 miljoen inwoners. Dit aantal zou tegen 2050 nog tot 180 miljoen stijgen. „Manila is nu al een van de meest overbevolkte plaatsen ter wereld”, legt Nissen uit. „De gezinnen wonen er in zelfgemaakte krotten op begraafplaatsen, tussen spoorwegen of onder bruggen. Ze wonen eender waar ze wat plaats vinden. Zelfs op de giftige vuilnisbelten van de stad wonen, eten en slapen mensen, omringd door rottend afval.” Maar de World Population Balance gelooft dat we de toekomst op een humane manier kunnen veranderen. „We kunnen een nieuwe visie, een nieuwe droom voor de planeet creëren”, aldus oprichter en voorzitter David Paxson. Volgens hem ligt de oplossing bij een wereldwijde campagne om mensen aan te moedigen minder kinderen te verwekken. „Vandaag spenderen we miljoenen aan onze strijd voor een duurzamere planeet, maar het enige resultaat is nog meer vervuiling”, gaat hij verder. „Duurzaamheid op een overbevolkte planeet is onmogelijk en de wereld is op dit ogenblik ernstig overbevolkt.” Volgens hem leven vandaag twee miljard mensen in armoede. „Dat zijn meer mensen dan er minder dan honderd jaar geleden op de hele planeet rondliepen.” Nog volgens Paxson zal het een loodzware opdracht zijn om het bevolkingscijfer terug te dringen, maar dat is nog niets in vergelijking met de strijd tegen de verwoestende gevolgen van de overbevolking. De vraag hoe we negen miljard mensen eten kunnen geven, zal tweedracht blijven zaaien. Maar ondertussen is het aan de chemiesector, die aan de basis ligt van bijna alle andere industrieën, om zijn inspanningen verder te concentreren op de productie van essentiële elementen waarmee we veel problemen van een wereld in constante verandering kunnen verhelpen. Dat moet de chemiesector niet alleen op een efficiëntere manier doen, maar ook op een manier die zijn eigen impact op het milieu en de impact van de andere sectoren die hij bedient beperkt. Het gaat ook niet alleen om geld besparen. INEOS is zich maar al te goed bewust van zijn enorme verantwoordelijkheid om de materialen die nodig zijn voor de technologieën van morgen te verstrekken en hierbij minder grondstoffen te verbruiken. Zo kan de onderneming de maatschappij helpen om minder energie te verbruiken in een wereld met beperkte grondstoffenvoorraden. Daarom is INEOS actief in het hart van de chemie die de basisbehoeften van de mens inlost: de behoefte aan voedsel, transport, communicatie, water en energie. Dit is het soort chemie die INEOS al jarenlang levert en het is de bedoeling om dat nog vele generaties te blijven doen.

10 min read
crowded-place-on-earth.jpg

De dichtstbevolkte plaats ter wereld

Als je graag naar mensen kijkt, dan is Mong Kok iets voor jou. Tenminste: als je geen last hebt van de mensenmassa. Deze wijk in Hongkong wordt beschouwd als de dichtstbevolkte plaats ter wereld. Met meer dan 130.000 inwoners per km² laat de wijk alle mogelijke concurrenten ver achter zich. Toch heeft Charles Reynolds, die al negen jaar in Hongkong woont en werkt, niet het gevoel dat het er overbevolkt is. „Ik ben al op andere plaatsen geweest, waar het een en al chaos is en de mensen niet kunnen bewegen”, zegt hij. „Maar in Mong Kok loopt het voetgangersverkeer behoorlijk vlot.” In Mong Kok wordt zowat alles gekocht of verkocht. Er zijn hele straten gewijd aan de verkoop van geluksbrengende goudvisjes, bloemen, keukengerei of badkuipen.

1 min read
clean-energy-banner.jpg

Schone energie

De vraag naar energie stijgt wereldwijd sinds de 18e eeuw, toen de mens de natuurlijke rijkdommen van de aarde begon te gebruiken om de industriële revolutie op gang te trekken. Deze leidde overal ter wereld tot grote veranderingen. Maar de recente, snelle industrialisering van landen zoals India en China blijft de vraag naar brandstof fel opdrijven. Wat heeft de toekomst in petto? JAN Modaal ligt wellicht niet wakker van de wereldwijde vraag naar energie, maar regeringen, wetenschappers, academici, milieuactivisten en energie-intensieve bedrijven (zoals INEOS) proberen constant om efficiënter om te gaan met energie. Het is een groot probleem. Vandaag voeden fossiele brandstoffen overal ter wereld fabrieken waar elke dag tonnen chemicaliën worden geproduceerd, zodat andere fabrieken alles kunnen vervaardigen wat we in het leven gebruiken. Van verf tot plastic, van medicijnen tot mobiele telefoons, van auto’s tot kleding. „Veel problemen die het voortbestaan van de mens op onze planeet bedreigen, komen voort uit het toegenomen verbruik van energie, water en grondstoffen”, aldus een woordvoerder van Friends of the Earth Europe. Maar wat zijn de alternatieven? Kunnen windmolenparken en zonne-energie het antwoord bieden? „Ja”, luidt het antwoord bij Friends of the Earth Europe. „Gedeeltelijk”, denkt INEOS. Ze maken deel uit van de energiemix, maar volstaan niet om aan alle behoeften van de mens te voldoen. Het zal nog enkele decennia duren om de manier waarop we in Europa elektriciteit en warmte produceren helemaal om te gooien. Tot die tijd hangt INEOS dus af van fossiele brandstoffen. De uitstoot van gas is hoe dan ook maar half zo groot als die van steenkool. Daarom is INEOS overtuigd van zijn plicht tegenover het milieu om het gebruik van gas in plaats van steenkool aan te moedigen. De producenten van hernieuwbare technologieën zijn belangrijke klanten van INEOS. INEOS vervaardigt grondstoffen voor windmolens en zonnecellen. Die grondstoffen worden gemaakt uit molecules die de onderneming uit gas haalt. „We hebben gas op lange termijn nodig als grondstof om de productie te ondersteunen”, zegt Leen Heemskerk, Chief Financial Officer van INEOS Olefins & Polymers Europe (North). Gas is voor INEOS dus niet gewoon een brandstof om energie op te wekken. Het is ook een grondstof van chemicaliën die nodig zijn voor heel wat essentiële producten (medicijnen, kleding, gebouwen, voertuigen, computers ...) en groene technologieën (windmolens en energie-efficiënte materialen ...). INEOS zal altijd gas nodig hebben om deze essentiële producten te vervaardigen, ook wanneer de onderneming de overstap naar koolstofarme energie heeft gemaakt. Daarom is het van cruciaal belang dat Europa over een zekere en competitieve gasbevoorrading op lange termijn kan rekenen om de toekomst van de verwerkende industrie veilig te stellen. „INEOS staat volledig achter het streven naar innovatie om alternatieve energiebronnen te vinden, maar we moeten realistisch blijven over het tempo waaraan we onze economie koolstofarm kunnen maken”, zegt Leen. Momenteel verbruikt de wereld zowat 529 biljard BTU per jaar. Fossiele brandstoffen leveren bijna 80 % van de energie wereldwijd. De grootste consument is de nijverheid, die de producten levert waarvan de maatschappij afhangt. De VS (slechts 5 % van de wereldbevolking) verbruikt vandaag ongeveer 20 % van de totale energiebevoorrading. Maar naar verwachting zal de wereldwijde vraag naar energie tegen 2040 verdubbelen. De mensen in India en China (samen meer dan 30 % van de wereldbevolking) worden namelijk rijker en willen meer energieverbruikende goederen, zoals computers. Volgens milieuactivisten moet de maatschappij haar gedrag wijzigen om een energiecrisis te vermijden en de hoop levend te houden dat we de klimaatverandering kunnen afwenden. De strengere regelgeving en de beperkingen op broeikasgassen hebben al geholpen, zeggen ze. Maar Friends of the Earth Europe vindt dat rijke landen ook hun energieverbruik moeten terugdringen en ook de Europese Commissie is deze mening toegedaan. Ze stelt ambitieuze streefdoelen voor Europa, die de industrie uiteindelijk zouden kunnen dwingen om drastisch in het energieverbruik te snoeien. Gas who needs it vid INEOS denkt dat dit onbedoelde gevolgen kan hebben. Zo zouden de investeringen en de groei van de industrie kunnen verschuiven naar regio’s buiten Europa. „Er bestaat een groot misverstand over de chemische industrie”, verduidelijkt Greet Van Eetvelde, INEOS Manager van Cleantech Initiatives. „We verbruiken veel energie, maar het is niet zo dat we dat inefficiënt doen. We zoeken constant naar manieren om minder energie te gebruiken. Dit komt niet alleen het milieu, maar ook onze cijfers ten goede. Daarnaast zijn we koolstofi ntensief. We gebruiken gasmolecules als grondstof. We hebben nog een lange weg af te leggen voor de ambtenaren begrijpen wat we doen. Voor hen is industrie gewoon industrie. Maar de verwerkende industrie is anders en zonder de chemische industrie in het bijzonder zou het moderne leven niet mogelijk zijn.” Volgens Dan Byles, voorzitter van de partijoverkoepelende parlementaire groep voor onconventionele olie en gas van de regering van het Verenigd Koninkrijk, is de vraag niet of de wereld koolstofarme energie wil. „Waar het over gaat, is de weg om daar te geraken”, zegt hij. „Gas moeten we zien als een overgangsbrandstof tussen een energiesysteem dat nog altijd door olie en steenkool wordt overheerst en de koolstofarme energiemix van de toekomst waarnaar we allemaal streven.” Hij pleit ervoor dat we niet zouden moeten kiezen tussen gas of hernieuwbare energiebronnen. „We hebben beide nodig”, zegt hij, „en dat zal nog een tijdje zo blijven.” Steenkool – de grootste boosdoener – is de brandstof van de duizelingwekkende klim van China van een kleine, opkomende markt tot de op één na grootste economie ter wereld. Aan dit succesverhaal hangt weliswaar een al even hallucinant prijskaartje voor het milieu, want vandaag stoot China meer CO2 uit dan eender welk land. Vorig jaar daalde de steenkoolafhankelijkheid van China voor het eerst deze eeuw, wat gepaard ging met een snelle stijging van het gebruik van hernieuwbare energie. Volgens Greenpeace Oost-Azië levert dit de planeet „nieuwe kansen” op. „Als het steenkoolverbruik zou blijven stijgen zoals de afgelopen tien jaar in China, zouden we alle hoop om de klimaatverandering onder controle te krijgen, mogen opbergen”, verklaart Lauri Myllyvirta van de energiecampagnes bij Greenpeace Oost-Azië. „De piek is misschien nog niet bereikt, maar het is wel een teken dat China stilaan afstand neemt van steenkool.” We moeten alternatieve energiebronnen vinden, want met een stijgende wereldbevolking zal ook de vraag naar energie blijven groeien. In de ontwikkelde wereld heeft de toegang tot veilige, betrouwbare en betaalbare energie het leven van de mensen veranderd. Ook voor wie in de armste landen ter wereld woont, zou dat het geval kunnen zijn. Dat vindt alvast Bill Gates, oprichter van Microsoft en een van de rijkste mensen op aarde. „In de rijke wereld maken we ons terecht zorgen om energiebesparing, maar in arme regio’s hebben de mensen net meer energie nodig”, blogde hij onlangs. „Landen die uit de armoede willen geraken, hebben verlichting nodig in de scholen zodat de studenten ook ‘s avonds kunnen studeren, koelkasten in gezondheidscentra zodat de vaccins koel blijven en pompen om de landbouwgrond te irrigeren en schoon water te leveren.” Volgens Bill Gates hebben de rijke landen, zoals de VS, de plicht om meer te investeren in onderzoek naar schone energie. „De bedoeling is om energiebronnen te ontwikkelen die helemaal geen koolstof produceren”, aldus nog de baas van Microsoft. De chemiesector slorpt dan wel een flinke hap van de wereldwijde energievoorziening op, maar is essentieel voor heel wat ontwikkelingen en helpt de wereldeconomie koolstofarm te maken. De uitstoot is wereldwijd teruggedrongen dankzij verbeteringen waaraan de chemische industrie een belangrijke bijdrage heeft geleverd. Denk maar aan isolatiematerialen voor de bouwsector, chemische meststoffen en producten die de oogsten beschermen, plastic verpakking, verlichting, antifoulingcoatings voor schepen, synthetisch textiel, kunststof voor de automobielsector, detergenten voor gebruik op lage temperatuur, efficiëntere motoren en polymeren voor leidingen. „Deze besparingen bewijzen de vitale rol van de chemische industrie in het koolstofarm maken van de economie”, zegt een woordvoerder van de International Council of Chemical Associations. „In werkelijkheid zou het niet mogelijk zijn om deze CO2-besparingen waar te maken zonder de voordelen van chemische producten en technologieën.” Het gebruik van chemie in energiebesparende producten, zoals isolatiematerialen voor de bouw, compacte fluorescentielampen en lichte, plastic auto-onderdelen, levert in de VS alleen al een besparing op van tot 10,9 biljard BTU energie en tot $ 85 miljard per jaar. In mensentaal betekent dit dat de VS zijn energieverbruik met 11 % teruggedrongen heeft en net zoveel energie heeft bespaard als er nodig is om 135 miljoen voertuigen een jaar lang aan te drijven. „Dat is 55 % van alle auto’s die vandaag op de weg rijden”, preciseert Ryan Baldwin, woordvoerder van de American Chemistry Council. De International Council of Chemical Associations liet onlangs weten dat chemische producten voor voertuigen vandaag 230 miljoen ton aan uitstoot van broeikasgassen per jaar helpen te besparen. INEOS is heel nauw betrokken bij de vooruitgang die fabrikanten hebben geboekt om auto’s lichter, sterker en zuiniger te maken. Het gebruik van plastic is daar een voorbeeld van, net als koolstofvezel. Maar er zijn ook een reeks andere grondstoffen die INEOS vervaardigt, met toepassingen in zuinige banden en synthetische oliën, die de motorefficiëntie verhogen. INEOS fabriceert ook onderdelen voor windmolens en de zonne-energiesector. Kortom, de onderneming stelt andere industrieën, in het bijzonder die van de hernieuwbare energie, in staat om energie te besparen en de CO2-uitstoot te verminderen. De overgang naar hernieuwbare energiebronnen zal hoe dan ook niet meteen voor morgen zijn. De hernieuwbare energiesector groeit dan wel snel, maar nog niet snel genoeg. Bovendien produceren de groene technologieën niet constant voldoende energie om aan de vraag te voldoen. Volgens de National Academies, adviseurs voor de VS op het gebied van wetenschappen, techniek en geneeskunde, is het voor de toekomst van onze energie even belangrijk om de hoeveelheid verloren energie terug te dringen als om nieuwe bronnen te vinden. „Elke minuut gaan reusachtige hoeveelheden energie verloren omdat we ze moeten omzetten in bruikbare vormen”, zegt een woordvoerder. Ook op dit vlak levert INEOS creatief werk. Dat moet ook als INEOS zijn activiteiten wil voortzetten in Europa, waar energie momenteel tweemaal zoveel kost als in de VS. „We moeten onze energie-efficiëntie constant maximaliseren”, zegt Jean-Noel Large, die de efficiëntie van Petroineos in Lavéra (Frankrijk) moet verbeteren. „Het is een topprioriteit, samen met de veiligheid van de vestiging.”

13 min read
shale-gas-path-banner.jpg

Schaliegas, de weg naar de t oekomst

De beslissing van INEOS om een deal voor schaliegasexploratie in het VK binnen te halen, leidde tot een conflict met milieuactivisten en protestgroeperingen. Maar INEOS gaat uitdagingen niet uit de weg, zeker wanneer de onderneming ervan overtuigd is dat hij het juiste doen. INEOS is nu officieel het op twee grootste schaliegasbedrijf van het VK. Dankzij onze deal met IGas (aangekondigd in maart en afgerond in mei) hebben we voortaan toegang tot meer dan 100.000 ha potentiële schaliegasreserves in Schotland en het noordwesten van Engeland. „Het gaat om activa van topkwaliteit die in de toekomst aanzienlijke hoeveelheden gas kunnen opleveren”, vertelt Gary Haywood, CEO van INEOS Shale. In augustus kende de Britse regering INEOS drie bijkomende schaliegaslicenties toe. Deze extra oppervlakte verstevigt de positie van INEOS als een van de belangrijkste schaliegasbedrijven van het VK. Volgens INEOS kan een inlandse schaliegasindustrie een revolutie teweegbrengen in de nijverheid in Groot- Brittannië (momenteel een van de duurste plaatsen ter wereld voor de productie van petrochemicaliën), het VK voor het eerst in jaren energiezekerheid bieden en duizenden banen creëren. Maar in heel het VK blijft de publieke ondersteuning een uitdaging voor deze opkomende industrie. In maart kreeg INEOS steun van een enquête die door Greenpeace werd gesponsord, waaruit bleek dat fracking in het VK meer voor- dan tegenstanders had. „Een duidelijk teken dat steeds meer mensen de potentieel gigantische voordelen inzien van schaliegas dat in het VK geproduceerd wordt”, zei Tom Crotty, INEOS Corporate Affairs Director, toen. „De ontginning van schaliegas in het VK is een unieke kans die we niet mogen laten schieten. De olie uit de Noordzee heeft het VK veel rijkdom opgeleverd en schaliegas kan hetzelfde doen.” Tegenstanders van fracking beweren dat het gevaarlijk en verstorend is, aardbevingen teweegbrengt en het drinkwater en de lucht verontreinigt. Voorstanders zeggen daarentegen dat fracking – indien deskundig uitgevoerd – veilig is, dat het de landen in kwestie kostbare binnenlandse middelen oplevert, banen creëert, de nijverheid ondersteunt en de CO2-uitstoot helpt terugdringen. Een voorbeeld daarvan zien we in de VS. Daar leidde fracking tot een herstel van de nijverheid, duizenden nieuwe jobs en voor meer dan $ 150 miljard aan investeringen. Bovendien daalde de CO2-uitstoot van de VS drastisch doordat steenkool meer naar het achterplan verdween. Steenkool stoot namelijk tweemaal zoveel CO2 uit als gas. Volgens gegevens van het National Energy Information Agency dook de CO2-uitstoot door energie in 2012 tot zijn laagste niveau sinds 1994, dankzij schalie. In april en mei dit jaar ontmoette INEOS voor het eerst de plaatselijke bewoners. De bedoeling: het winnen van schaliegas toelichten en een antwoord bieden op de vragen van de lokale Schotse gemeenschappen die rechtstreeks betrokken zouden zijn. „Er zal altijd een harde kern van tegenstanders zijn, met filosofische bezwaren tegen de winning van fossiele brandstoffen. Ook al is de koolstofvoetafdruk van schaliegas slechts de helft van die van steenkool”, zegt Gary Haywood. „Maar veel bewoners vrezen schalie om andere, lokale redenen. INEOS wil met deze mensen praten en hen geruststellen over de gevolgen van de schaliegaswinning. We denken dat de meesten ervoor openstaan, maar dat ze meer informatie willen. Ons werk bestaat voor een groot deel uit de feiten toelichten. Zo kunnen de mensen zelf beslissen of schaliegas veilig en succesvol kan worden gewonnen in hun gemeenschap. Daarvan zijn wij alvast overtuigd.” De gesprekken bleken een succes en de gemeenschappen waarderen deze kans om rechtstreeks met INEOS te praten en een antwoord op hun vragen te krijgen. In september zal het team in Schotland als vervolg op de eerste reeks openbare ontmoetingen evenementen opzetten, waaronder een tentoonstelling. „Het is essentieel dat we de mensen kunnen geruststellen dat de sector hier kan opereren zonder schade aan het milieu of aan hun levenswijze op lange termijn”, gaat Gary Haywood verder. „Het is ook cruciaal dat we hen kunnen laten zien waarom schaliegaswinning gunstig is voor de maatschappij en het land.” Schaliegas heeft een lage koolstofvoetafdruk (de helft van die van steenkool) en wordt daarom gezien als de belangrijkste tussenstap op de weg naar betaalbare, hernieuwbare energie. In de huidige situatie ondermijnen de stijgende energiekosten in Europa mogelijk het vermogen van producenten in de EU om op wereldniveau te concurreren. Het VK verliest momenteel banen ten voordele van de VS, waar de industrie over goedkoper schaliegas beschikt. In een poging om zijn petrochemische activiteiten in het VK te beschermen voor het te laat is, investeert INEOS nu al $ 1 miljard om schaliegas uit de VS te importeren en zo zijn vestiging in Grangemouth rendabel te maken en om de groei van zijn vestiging in Rafnes (Noorwegen) op lange termijn mogelijk te maken. Later dit jaar komen de eerste ladingen van vloeibaar gemaakt ethaan eerst in Rafnes en dan in Schotland aan – een wereldprimeur. „Ons succes in het VK hangt af van de toegang tot competitieve energie en grondstoffen”, zegt Tom. „Dankzij goedkopere grondstoffen en energie zou de petrochemicaliënindustrie in het VK de wind weer in de zeilen krijgen en opnieuw kunnen concurreren op de wereldmarkt.” Het is moeilijk te geloven dat Groot-Brittannië, grondlegger van de industriële revolutie, ooit de drijvende kracht achter de wereldhandel was. Vandaag wordt de nijverheid in het VK gezien als een industrie van het verleden. Een sector die langzaam is weggezakt en de voorbije twintig jaar alleen al meer dan drie miljoen banen heeft zien verdwijnen. Nochtans is de chemische industrie tegenwoordig relevanter en belangrijker dan ooit als we een groenere economie willen bouwen. Hoewel de fabrieken in deze sector nog altijd op fossiele brandstoffen steunen, sparen ze naar schatting voor elke gebruikte ton CO2 meer dan twee ton uit dankzij hun producten. Denk maar aan katalysatoren, isolatie en onderdelen voor windmolens en zonnecellen. Boren naar schaliegas mag dan wel een nieuwe uitdaging zijn voor INEOS in het VK, maar het INEOS team krijgt hulp van drie pioniers. Experts van wereldniveau die de ontwikkeling van het eerste commerciële schalieveld van de VS (Barnett Shale) in goede banen leidden. Sindsdien werkten ze ook al mee aan veel andere schalieprojecten in de VS en elders in de wereld. Petroleumingenieur Nick Steinsberger en geologen Kent Bowker en Dan Steward werken voortaan exclusief voor INEOS in Europa en hebben meer dan twintig jaar ervaring in de sector. Ze boorden al duizenden schaliebronnen aan, zonder noemenswaardige problemen, en zullen INEOS adviseren hoe je de grote reserves in Groot-Brittannië het best veilig kunt aanboren. „Onze kennis en ervaring met complexe petrochemische installaties, gekoppeld aan de topexpertise in ondergrondse winning waarmee we onlangs ons team hebben versterkt, maken van INEOS een heel veilige speler”, zegt Gary. Hij gaat verder: „We zien schaliegaswinning niet als speculatie op korte termijn. Waar het om gaat, is onze productiebasis veiligstellen. Duizenden banen in regionale economieën hangen er namelijk van af.” Ga voor meer informatie over schaliegas naar: www.ineosupstream.com

6 min read
energy-efficient-banner.jpg

Bezoek aan Keulen: Energie Efficiënt

De Europese Commissie wil drastisch snijden in het energieverbruik in Europa, want dit zou het milieu, de werkgelegenheid, de energiezekerheid en de economie ten goede komen. INEOS, dat per jaar € 1,3 miljard aan energie uitgeeft, denkt er anders over. De onderneming dringt er bij de Europese Commissie op aan om te kijken naar de aanzienlijke dagelijkse inspanningen van de chemische industrie om haar energie-efficiëntie verder te verbeteren, in de plaats van nog meer streefcijfers op te leggen. Voor de Commissie, die het energieverbruik tegen 2030 met 27 % wil terugschroeven, is het in elk geval positief dat energiebesparing al een fundamenteel aspect van de bedrijfsvoering vormt bij INEOS. „We hebben niet nog meer regels of doelstellingen nodig”, zegt Tom Crotty, INEOS Group Communications Director. „Energieefficiëntie is al een kernwaarde van onze bedrijfsvoering, omdat het economisch gezien heel interessant is. Op onze sites hebben we zo goed als alle beschikbare en betaalbare energiebesparende technologie geïnstalleerd. Om ons energieverbruik nóg te verlagen, zouden we in onze productie moeten beginnen snoeien.” De Commissie gelooft dat een ambitieus streefcijfer inzake energie-efficiëntie het milieu, de werkgelegenheid, de energiezekerheid en de Europese economie ten goede zal komen. INEOS geeft jaarlijks € 1,3 miljard uit aan energie. Voor onze onderneming is de doelstelling niet realistisch, niet haalbaar voor de chemische sector en een bedreiging voor de industrie in Europa, waardoor zes miljoen banen gevaar lopen. Volgens INEOS komt het probleem gedeeltelijk voort uit het onvermogen van de Commissie om het belang en de dagelijkse realiteit van de chemische industrie te begrijpen. „We kampen al met een concurrentieprobleem in Europa”, zegt Tom Crotty. In een gezamenlijke inspanning om te worden gehoord onder de miljoenen antwoorden op een raadpleging van de Europese Commissie over haar klimaat- en energiebeleid voor 2030, nodigden INEOS en CEFIC vertegenwoordigers van het Directoraat-Generaal voor Energie van de Commissie uit voor een bezoek aan de site in Keulen. „INEOS levert al jaren succesvolle inspanningen op het gebied van energiebesparing”, zegt Gerd Franken, CEO van INEOS O&P North. „We zijn ervan overtuigd dat onze vestigingen tot de meest energieefficiënte ter wereld behoren.” De chemiesite in Keulen (Duitsland) stelt 2000 mensen uit 28 landen tewerk en heeft een oppervlakte ter grootte van Monaco. Negentig procent van haar uitgaven gaan naar energie en grondstoffen. Bovendien verbruikt ze net zoveel energie als je nodig hebt om 200.000 huishoudens van verwarming, verlichting en elektriciteit te voorzien. Dat is dus heel wat, maar het betekent niet dat de vestiging niet efficiënt is. Stefan Krämer, Energy Manager van de site, toonde de afvaardiging van het DG Energie hoe iedereen in het bedrijf al samenwerkt om energie te besparen. „Het is een hele uitdaging, want de interne energienetwerken van de INEOS-site in Keulen moeten constant in evenwicht blijven”, legt hij uit. „Zo produceert het salpeterzuur- en acrylonitrilproces stoom. De productie van krakers en butadieen heeft dan weer warmte nodig en dus wordt de stoom daar gebruikt.” Het nevenproduct waterstof wordt niet verbrand, maar thermisch gebruikt in de energiecentrale in de plaats van aardgas. Die ingreep levert een besparing van 80.000 MWh aan aardgas per jaar op. Door enkele verbeteringen aan de koeltoren besparen we jaarlijks ook nog eens 13.000 MWh aan elektriciteit. „INEOS is vastbesloten om alles wat het produceert te gebruiken en te hergebruiken”, zegt Gerd. „Dit komt namelijk zowel ons bedrijf als het milieu ten goede.” Tijdens het bezoek riep ook Brigitta Huckestein, Communications & Government Relations bij BASF (het grootste chemische bedrijf ter wereld), de Commissie op om tot inkeer te komen. Voor de allereerste keer gaat BASF zijn Europese investeringen strategisch afbouwen. De redenen: de stagnerende markt, de dure energie en de hoge loonkosten. Brigitta Huckestein zei dat BASF de grootste moeite deed om meer mogelijkheden te vinden om zijn energieverbruik en CO2-uitstoot te verlagen. De vestiging van BASF in Ludwigshafen is de grootste en efficiëntste geïntegreerde fabriek van Duitsland. Maar als er vanaf 2017 een toeslag van toepassing wordt op de zelfgeproduceerde elektriciteit van een WKK-installatie, zal de efficiëntie van de geïntegreerde productie aanzienlijk dalen. „Dat zal ook de concurrentiekracht van deze uiterst energie-efficiënte installatie verminderen”, zegt ze. „Kortom, we voelen ons al verdreven. Als de regels de productie van basischemicaliën in Europa regelen als een middel om de Europese vraag naar energie te verminderen, denken wij dat dat gevaarlijk zal zijn voor de Duitse en de Europese economie, want de waardeketens zullen worden verbroken. Als de omstandigheden niet gunstig zijn, zullen we elders moeten investeren.” Alistair Steel is een vertegenwoordiger van CEFIC, de spreekbuis van de chemische sector in Europa. Volgens hem is betaalbare energie dé sleutel tot groei. Koln video „De concurrentiekracht van de sector hangt af van een competitieve, betrouwbare energievoorziening”, zegt hij. Momenteel kost het in Europa tweemaal zoveel om ethyleen te produceren als in de VS. Daar heeft goedkoop schaliegas de nijverheid doen heropleven. Terwijl de winst van INEOS in Europa de voorbije drie jaar gehalveerd is, is die in de VS verdrievoudigd. „We kunnen niet nóg meer energie besparen”, zegt Greet Van Eetvelde, Manager van Cleantech Initiatives, vanuit het hoofdkantoor van INEOS in het Zwitserse Rolle. „De Europese Commissie moet beslissen of ze wil dat de chemische industrie standhoudt in Europa. Het is onmogelijk om deze doelstellingen te halen zonder aanzienlijke investeringen. In het economische klimaat in Europa is dat heel moeilijk.” Zelfs al wou INEOS schone technologie financieren, dan nog zou het bedrijf voor een haast onmogelijke taak staan. „Banken willen zekerheid”, zegt Tom. „Ze houden niet van nieuwe technologieën. Vaak hangt de financiering van nieuwe technologieën ook af van de overheidssteun, wat een politiek risico inhoudt.” Volgens Stefan werkt de chemische industrie al jaren aan manieren om haar productievestigingen efficiënter te maken. „Het engagement van de industrie om energie-efficiënter te worden, dateert van lang voor de EU-richtlijnen van 1996”, zegt hij. Vorig jaar waarschuwde Jim Ratcliffe, bestuurder van INEOS, dat de Europese chemische industrie binnen tien jaar zou uitsterven. „Ik zie groene taksen. Ik zie hoe de nijverheid wordt verdreven”, schreef hij in een open brief aan José Manuel Barroso, destijds voorzitter van de Europese Commissie. Hij wou de Commissie wakker schudden. „De chemische sector is wereldwijd goed voor $ 4,3 triljoen aan inkomsten”, zei hij. „Dat is meer dan het bbp van Duitsland. In Europa staan chemicaliën en auto’s samen aan de top met elk $ 1 triljoen. De chemische industrie is een van de sterkhouders van de Europese economie.” INEOS hoopt dat het bezoek aan Keulen de beleidsmakers in Brussel de ogen heeft geopend. Paul Hodson, een lid van de afvaardiging van de Commissie, schreef in een e-mail aan INEOS dat het bezoek hen een waardevol inzicht in de chemische industrie had opgeleverd. Hij zei dat het welvaren van de Europese industrie een van de prioriteiten van de Commissie is en dat ze er in haar beleid naar zou streven om de concurrentiekracht ervan te verhogen. Wat de Europese Commissie wil tegen 2030 Een vermindering van het energieverbruik met 27 (niet bindend voor de industrie) Een stijging van minstens 27% van het gebruik van hernieuwbare energie Een vermindering van de CO2-uitstoot met 40 %

7 min read
question-mindset-banner.jpg

Anders denken

De werkplaats veranderen is gemakkelijk. Veranderen hoe mensen denken allerminst. Maar met de juiste aanpak is niets onmogelijk. NIEMAND houdt van verandering. Of zo luidt toch de theorie. In werkelijkheid zijn er sommige mensen die ervan houden en andere niet. Wanneer een bedrijf zijn medewerkers wil overtuigen, brengt een andere aanpak vaak soelaas. De meester van het management, wijlen Peter Drucker, was heel duidelijk over de beste manier om veranderingen door te voeren in een organisatie. „Je moet je hele organisatie doordringen met de gedachte dat verandering een kans is, geen bedreiging”, zei hij. „Mensen voelen zich veilig als ze beseffen dat deze periode van plotse, onverwachte en radicale verandering kansen biedt.” Dr. Fred Wadsworth, medisch directeur bij Corperformance in het VK, begrijpt maar al te goed dat verandering emotionele verwarring en slechtere prestaties kan veroorzaken. In het verleden werkte hij al nauw samen met INEOS. „Een slecht beheerd veranderingsproces kan als een bedreiging overkomen en klassieke stressreacties teweegbrengen”, zegt hij. Maar volgens hem mag de vrees om veranderingen door te voeren een onderneming nooit tegenhouden om verandering na te streven. „De honger naar verandering moet aanwezig zijn en aangemoedigd worden. Maar dat kan alleen door de personeelsleden reële doelstellingen op te leggen waarin ze zelf geloven. Wie zich door het proces bedreigd voelt, is vaak het moeilijkst te overtuigen.” Maar ook die mensen kun je over de streep trekken. John Reh, een ervaren Amerikaanse zakenman en auteur, zegt dat als de betrokkenen begrijpen wat ze moeten doen en hoe, de zaak al half gewonnen is. „Je moet je mensen helpen te begrijpen wat de verandering inhoudt, wanneer ze zal plaatsvinden en waarom ze nodig is”, stelt hij. Roberta Katz, vennoot en vicevoorzitter voor strategische planning aan de universiteit van Stanford in de VS, beschreef verandering als een terugkerend proces. „De individuen binnen de organisatie springen op verschillende ogenblikken op de trein van de verandering. De leider moet de visie en de strategie steeds weer herhalen. Wanneer iedereen uiteindelijk op dezelfde trein zit, hebben ze allemaal dezelfde boodschap gehoord en het gemeenschappelijke doel begrepen. Dit kan vervelend zijn voor de leider die de verandering aankondigt: je bent klaar om verder te gaan, maar moet hetzelfde blijven herhalen. Zelfs als iemand de boodschap al tien keer heeft gehoord, kan het dat hij ze pas de elfde keer begrijpt, wanneer er iets in zijn leven gebeurt dat de boodschap zinvol maakt.” Weerstand tegen verandering kan vaak gebaseerd zijn op de angst voor het onbekende. „We verzetten ons tegen verandering, maar de angst voor het onbekende kan ertoe leiden dat we ons aan het huidige gedrag vastklampen – hoe slecht dat ook is”, zegt dr. Stan Goldberg, een voormalige klinisch professor aan de staatsuniversiteit van San Francisco. Die vrees steunt vaak op de perceptie van het personeel. En die perceptie telt, want ze is hun realiteit. Maar het goede nieuws is volgens hem dat je percepties, net als persoonlijkheden, kunt veranderen. „De persoonlijkheid is flexibel”, legt hij uit. „Onze waarden kunnen in onze jeugdjaren gevormd worden en als een anker op de zeebodem fungeren. Volgens dezelfde beeldspraak zijn onze gedragingen flexibeler, als boeien die op het wateroppervlak drijven. Ze blijven verbonden aan onze ankers, maar zijn vatbaar voor verandering. Daarom hebben doelstellingen die zijn afgestemd op onze waarden meer kans op slagen.” Peter Drucker zei dat een verandering die mogelijkerwijs kansen biedt, moet gesteund worden door de onderneming. Daarom moet een bedrijf er één of twee goede krachten op zetten. „Je moet iemand aan de top hebben die van het onverwachte houdt”, verklaarde hij. „Dat is cruciaal. Er zullen namelijk veel verrassingen komen en als elke verrassing als een bedreiging wordt gezien, zullen we het niet lang uithouden.” Peter Drucker zei dat snelle veranderingen mogelijk zijn zonder de medewerkers te verontrusten als ze de onderneming vertrouwen. „Vertrouwen bouwen is geen ruimtevaarttechnologie”, benadrukt James Hec, docent aan de Harvard Business School. „Eigenlijk zou het vrij simpel moeten zijn. Schep geen verwachtingen die niet kunnen worden ingelost. Deel kennis. Zorg ervoor dat je de juiste mensen aanwerft, erkent en ontslaat. Wees consequent en voorspelbaar. Vermijd zo veel mogelijk grootschalige ontslagen.” Dr. John Kotter, professor aan de Harvard Business School, schreef al bijna twintig boeken over leiderschap en verandering. Vorig jaar richtte hij het Kotter International Center for Leaders op, een firma van topexperts die organisaties helpen veranderen. „De veranderingen gaan sneller dan we ze kunnen bijhouden”, zegt dr. Kotter, „Toch verwachten we van leiders op alle niveaus dat ze steeds betere en snellere resultaten leveren.” David Carder is engagementsleider bij Kotter International in de VS. „Veel ondernemingen zijn niet in staat om de technologie echt te benutten en om te veranderen zoals ze dat zouden willen, omdat hun hiërarchie en structuur een belemmering vormt”, zegt hij. Het punt volgens Peter Drucker is dat verandering pijnlijk en riskant is en heel wat inspanningen vraagt. „Jammer genoeg kun je verandering niet beheren”, aldus Drucker, „Je kunt enkel anticiperen. Je kunt het alleen maar doorvoeren.” Vijf toptips voor een onderneming die veranderingen wil doorvoeren: Houd je medewerkers op de hoogte: mensen weten graag wat er gaande is, vooral als het rechtstreeks iets te maken heeft met hun job Inspireer je personeel: doe een beroep op de ambities en wensen van de mensen Doelstellingen die verband houden met hun eigen waarden, hebben meer kans op slagen Denk vooruit: veranderingen moeten worden doorgevoerd in het beste belang van de onderneming op lange termijn, niet gewoon om op korte termijn geld te besparen Wees begripvol: medewerkers aanvaarden veranderingen sneller als ze de onderliggende redenen goed begrijpen Wees realistisch: onrealistische doelstellingen versterken de angst, wat dan weer het risico op falen verhoogt.

6 min read
changing-face-grangemouth-banner.jpg

Het veranderende gezicht van Grangemouth

Het gezicht van Grangemouth is aan het veranderen. Het is de voorbode van een nieuwe, opwindende toekomst. EEN van de grootste ethaanopslagtanks ooit in Europa krijgt vorm. Wanneer de tank van 60.000 m² af is, zal hij 30.000 ton vloeibaar gemaakt ethaangas kunnen bevatten. Een nieuw tijdperk in de productie van petrochemicaliën is aangebroken. „Het landschap van Grangemouth is veranderd sinds de bouw van de 40 m hoge tankwand”, zegt Alan MacMillan, O&P UK Ethane Project Manager. „Dit zijn opwindende tijden voor O&P UK. De tank is het tastbare bewijs van de investeringen die worden gedaan.” INEOS raises the roof vid De bouw van de tank is maar één onderdeel van een aantal simultane projecten en activiteiten die de visie van O&P UK rond een duurzame, leefbare toekomst onderstrepen. INEOS stopt zowat £ 450 miljoen in de verlieslatende Schotse fabriek, die meer dan 1300 mensen rechtstreeks tewerkstelt, om ze om te vormen tot een van de beste ter wereld. „Het is de grootste investering in de Britse petrochemische industrie van de voorbije tijd”, vertelt John McNally, CEO van INEOS Olefins & Polymers UK. „Zo bewijzen we duidelijk ons engagement tegenover Grangemouth.” INEOS heeft het ethaan, dat vanaf volgend jaar uit de VS aankomt, nodig om de krimpende Noordzeevoorraden te vervangen. Alleen als er voldoende grondstoffen worden verzekerd om de productiesites optimaal en op volle capaciteit te laten werken – wat jarenlang niet mogelijk was – kan het tij keren voor de Schotse vestiging. Naast de opslagtank omvat het ethaanbevoorradingsproject ook grote infrastructuurwerken. De onderneming bouwt momenteel de aanlegpier en de losinstallaties om waar de ultramoderne schepen zullen aanmeren. Bovendien legt ze kilometers pijpleidingen aan om het ethaan naar de tank en de productiesite te vervoeren. INEOS constructs ethane tank vid Er worden verschillende aannemers ingezet, zodat het project op tijd, veilig en binnen het budget wordt afgewerkt. „Met tal van verschillende ondernemingen en op uiteenlopende manieren samenwerken, is een complexe, uitdagende taak”, zegt Alan. Het plan in Grangemouth heeft veel gemeen met het project dat onlangs werd doorgevoerd op de site van INEOS in Rafnes (Noorwegen). Daar heeft de onderneming de infrastructuur gebouwd om dit jaar nog ethaan van de Noord-Amerikaanse schaliegasvelden te kunnen importeren. Er zijn langetermijncontracten met Amerikaanse leveranciers gesloten om het ethaan uit schaliegas via pijpleidingen naar de Amerikaanse oost- en golfkust te voeren. Van daaruit verschepen acht speciaal in opdracht van INEOS ontworpen schepen het dan over de Atlantische Oceaan naar Noorwegen en in 2016 ook naar Schotland. In afwachting van deze leveringen in Grangemouth werkt O&P UK verder aan zijn strategische overlevingsplan. Dat moet de waarde van de site op lange termijn beschermen door de oprichting van een internationaal, toonaangevend chemicaliën- en productieknooppunt met het potentieel om een centrum van uitmuntendheid en innovatie voor Schotland te worden.

5 min read
mighty-can-fall-banner.jpg

Hoe ook machtige bedrijven kunnen vallen

In de snel veranderende omgeving van vandaag groeien en verdwijnen bedrijven sneller dan ooit. De grootste bedreiging is wellicht zelfgenoegzaamheid. Wijlen Steve Jobs, de uitvinder van de iPhone, zei het ook al: „Dood zelfgenoegzaamheid voor ze jou doodt.” Deze zes bedrijven werden ooit beschouwd als de leiders van hun sector, tot ze een voor een op ongelukkige wijze het noorden kwijtraakten. Blockbuster Wie had kunnen voorspellen dat hun succesverhaal zo zou eindigen? Blockbuster was met een marktwaarde van $ 5 miljard ooit de onbetwistbare leider in videoverhuur. Het bedrijf stelde 60.000 mensen tewerk en had 9000 vestigingen verspreid over de wereld. Toen ging Netflix films via de post verzenden en begonnen de kabel- en telefoonmaatschappijen films rechtstreeks de huiskamer in te sturen. Blockbuster speelde niet in op de veranderende behoeften van de klanten. Kodak Bijna honderd jaar lang kwam geen enkele concurrent ook maar in de buurt van Kodak. Het bedrijf werd opgebouwd op basis van een cultuur van innovatie en verandering. Maar net zelfgenoegzaamheid betekende zijn ondergang. De meeste mensen hadden een Kodak-camera en gebruikten de gepatenteerde film van Kodak. Maar het bedrijf had zich nooit kunnen voorstellen dat het ten onder zou gaan aan de digitale fotografie, een technologie die het zelf had uitgevonden. Kodak handelde niet snel genoeg en zijn concurrenten gaven de genadeslag. Polaroid Er wordt gezegd dat de uitvinder van Apple, Steve Jobs, dweepte met de man die de weg baande voor de iconische Polaroid SX-70. Edwin Land was namelijk de eerste die spitstechnologie met design combineerde. Op zijn hoogtepunt in 1991 verkocht hij voor bijna £ 3 miljard van zijn hoofdzakelijk instant camera’s en films. Maar Polaroid liep de digitale fotografierevolutie mis en ging tien jaar later failliet. Motorola Het is vandaag moeilijk te geloven dat Motorola de eerste mobiele telefoon bouwde en verkocht. In 2003 bracht het bedrijf de destijds best verkochte mobiele telefoon ooit op de markt: de Razr. Maar Motorola besteedde te weinig aandacht aan smartphones met e-mail en camera, zodat zijn marktaandeel snel begon te krimpen. Commodore Commodore International was een van de eerste computerbedrijven die zich met succes op de markt van de pc’s begaven. Zijn relatief kleine toestellen waren goed gemaakt en goedkoop. In het begin van de jaren 1980 gingen jaarlijks twee miljoen exemplaren van de Commodore 64 over de toonbank en had het bedrijf bijna 50 % van de markt in handen. Toen bracht het de meer geavanceerde Commodore plus/4 uit. Een slimme zet, zo werd eerst gedacht. Maar Commodore had niet aan zijn vaste klanten gedacht. Het nieuwe model was niet compatibel met het vorige, waar ze dol op waren. Het bedrijf ging failliet in 1994. ICI ICI was ooit een symbool van de Britse industriële overmacht. Op zijn hoogtepunt stelde het bedrijf, dat het polytheen uitvond, 130.000 mensen tewerk en was het een van de grootste chemiebedrijven ter wereld. Maar in de jaren 1990 werd het te zelfgenoegzaam. Volgens Paul Hodges, een hoog kaderlid bij ICI tot 1995, werd het bedrijf steeds meer afkerig van risico’s en beslissingen. „Het verloor zijn voorsprong en de drang om nieuwe richtingen te verkennen”, zegt hij. „In de plaats daarvan werd het motto ‘geen verrassingen’.” ICI ging zich op chemicaliën voor specifieke toepassingen toeleggen en verkocht zijn bulkchemicaliën activiteiten aan INEOS. Onder onze vleugels groeiden ze stevig. Ondertussen bleven de winsten van ICI dalen. In januari 2008 werd het verkocht aan het Nederlandse bedrijf AkzoNobel en drie maanden later kocht het Duitse Henkel de secties kleefstoffen en elektronische materialen over.

3 min read
change-of-scene-banner.jpg

Van de directiekamer naar het slagveld

Niet iedereen wil in zijn comfortabele cocon blijven. Mensen als Tony Moorcroft al zeker niet. Voor hem is verandering altijd beter dan blijven hangen, zoals INCH vaststelde. Op 19 maart 2003 sprak de Amerikaanse president George Bush de wereld toe. In een live-uitzending op tv zei hij dat de campagne van de geallieerden om Irak te ontwapenen, het volk te bevrijden en de wereld tegen een groot gevaar te beschermen, begonnen was. Duizenden kilometers daarvandaan, maar in zekere zin toch niet zo veraf, zat de reservist Tony Moorcroft thuis in het VK. Deze specialist-scheepsmilitair was de eerste die verplicht voor dienst werd opgeroepen sinds de Tweede Wereldoorlog. Twee maanden eerder had hij via de post een brief in een verzegelde bruine enveloppe ontvangen. „Toen ik de brief snel doornam voor ik naar mijn werk vertrok, drong de inhoud niet echt tot me door. Pas uren later besefte ik plots dat het echt zou gaan gebeuren”, zegt hij. Zijn familie was begrijpelijkerwijze nog meer bezorgd dan hijzelf. „Je weet dat je hiervoor gekozen hebt en opgeleid bent. Dus ga je je helemaal concentreren op je dagelijkse taken, uur per uur. Dat helpt om je angst of ongerustheid te overwinnen”, vertelt hij. „Maar je moet op een zo normaal mogelijke manier voortdoen.” Een week nadat hij zijn oproepingspapieren had ontvangen (januari 2003), vertrok hij van thuis in het noorden van Engeland. In het kader van Operatie Telic 1 voegde hij zich bij het 165 Port and Maritime Regiment, een gespecialiseerde logistieke eenheid. Hun taak voor de volgende vijf maanden: de geallieerde strijdkrachten in leven houden wanneer ze op kritieke locaties in Irak en Koeweit terechtkwamen. Als onderofficier had Tony de bijkomende verantwoordelijkheid dat hij over een team van mannen moest waken. „Je gedachten zijn dan echt geconcentreerd op het ultieme doel dat iedereen nastreeft: veilig terugkeren naar familie en vrienden”, gaat hij verder. In het conflict kwamen duizenden mensen om het leven, maar Tony overleefde het en nam na afloop zijn job als HR-directeur voor INEOS ChlorVinyls en INEOS Enterprises weer op. „Na een korte verlofperiode wilde ik zo snel mogelijk terug naar het normale burgerleven”, vertelt hij. „Ik heb me vrij gemakkelijk aangepast, want op de werkvloer had ik meteen weer een drukke agenda. Ik heb veel steun gekregen van mijn familie, vrienden en collega’s. Ze vielen me niet lastig met eindeloze vragen en de steun van INEOS was fantastisch. Veel reservisten waren bezorgd om hun baan wanneer ze naar huis zouden terugkeren, maar ik had dat probleem niet. Zo kon ik me helemaal concentreren op mijn taak: ervoor zorgen dat alle jongens veilig thuiskwamen.” Toch was het een ervaring die zijn leven zou veranderen. „Ik leerde veel over mezelf en over anderen. Maar het is niet iets wat ik zomaar opnieuw zou doen, zonder zorgen”, vertelt hij. „Ik waardeer het leven nu meer en ik denk dat ik beter met moeilijke situaties overweg kan.” „Ik ging oorspronkelijk bij het leger om mijn ingenieursvaardigheden te verbeteren en mijn carrière een duwtje in de rug te geven”, zegt hij. „Maar mijn rol als reservist heeft mijn leven op verschillende manieren veranderd en INEOS had als werkgever niet beter kunnen doen. Bij de landmachtreserve leer je je voorbereiden op heel veeleisende situaties. Situaties waarin je geen andere keuze hebt dan doen wat je moet en je verantwoordelijkheid moet nemen voor je daden. In de chemische industrie komen we voor vergelijkbare uitdagingen en dilemma’s te staan. In de loop der jaren heb ik ondervonden dat beide rollen elkaar aanvullen: in beide functies moet je leiderschap, teamwerk, discipline, integriteit en respect aan de dag leggen.” En blijkbaar slaagt Tony daar heel goed in. Vorig jaar werd hij door zijn overste, luitenant-kolonel C. K. Thomas van het Royal Logistic Corps, genomineerd voor een ‘Queen’s Birthday Honour’, de koninklijke medaille voor vrijwillige reservisten, om de voorbeeldige en verdienstelijke uitvoering van zijn plichten. Deze eer valt elk jaar slechts dertien mensen te beurt. „Ik was eerst sprakeloos”, vertelt de intussen 55-jarige Tony. „Maar mijn verstomming sloeg al snel om in trots, want deze medaille wordt elk jaar slechts aan een beperkt aantal mensen uitgereikt. Ze is dus heel bijzonder.” Hij kreeg de medaille op Buckingham Palace uit handen van prins Charles, die zich nog herinnerde dat hij Tony in 1993 had ontmoet in Liverpool op de herdenkingsceremonie van de Slag om de Atlantische Oceaan. „Hij was in het bijzonder geïnteresseerd in mijn overstap van de zeemacht naar de landmacht, omdat we tijdens onze carrière allebei dienst hadden gedaan op hetzelfde type schip”, weet hij nog. ERETEKEN De koninklijke medaille voor vrijwillige reservisten is zowat de hoogste onderscheiding die Tony Moorcroft had kunnen ontvangen. De lofbetuigingen die hem deze prestigieuze erkenning opleverden, zijn dan ook niet van de minste. Zijn overste luitenant-kolonel Colin Thomas, die hem voor de medaille nomineerde, zegt dat Tony (intussen bijna op pensioenleeftijd) altijd heeft uitgeblonken als een voorbeeldige, onbaatzuchtige persoon. „Hij is een echte teamspeler en altijd bereid om zijn eigen comfort op te offeren als hij hiermee zijn collega’s kan helpen. Dat weet iedereen”, vertelt hij. „Iedereen die met hem werkt, en misschien in de eerste plaats zijn ondergeschikten, heeft het allergrootste respect voor hem. Zijn engagement is totaal: je kunt altijd op hem rekenen en zijn enthousiasme kent geen grenzen. Zelfs na drie decennia bij de zeeen de luchtmacht.” Luitenant-kolonel Thomas zegt dat Tony zich intens bekommerde om het welzijn van zijn soldaten toen ze in 2003 in Irak werden ingezet. „Naast zijn hoofdtaken stak hij ook veel energie in het herstellen of bouwen van geïmproviseerde basisinstallaties. Zo zorgde hij ervoor dat het moreel hoog bleef”, aldus Thomas.

5 min read
change-always-good-banner.jpg

Debat: Is verandering altijd positief?

Sommige mensen bloeien open bij verandering, andere doen juist al het mogelijke om zich ertegen te verzetten. Verandering zou volgens velen een goede zaak zijn. Maar klopt dat altijd? INCH polste naar de mening van mensen die het kunnen weten. Verandering is niet altijd positief. Het kan ons helpen vastgeroeste gewoonten af te schudden en betere aan te nemen, maar ook stresserend, duur en zelfs destructief zijn. Het belangrijkste is hoe we op verandering anticiperen en reageren. Verandering kan ons leren om ons aan te passen en weerstand te ontwikkelen, maar alleen als we ons eigen groei- en leervermogen kennen. Wanneer een verandering ons beter maakt, is dat omdat we geleerd hebben hoe we een uitdagende situatie naar onze hand moeten zetten. En dus niet zomaar ‘omdat veranderingen nu eenmaal plaatsvinden’.Rick Newman, auteur van ‘Rebounders: How Winners Pivot from Setback to Success’ en columnist voor Yahoo Finance Een van de constanten in het leven is verandering. Of we er klaar voor zijn of niet, ze gebeuren. We groeien. We worden ouder. De technologie evolueert elke dag opnieuw. Sommigen voelen zich goed bij verandering, anderen verzetten zich ertegen. Het liefst stellen we zelf de voorwaarden, maar we hebben niet altijd die keuze. Soms is aanvaarden en verwerken de enige optie. Wanneer we de kans krijgen om onze eigen wil te doen gelden, gaan we het best bedachtzaam te werk. Veranderen om te veranderen is een risico, want het gras is niet altijd groener aan de overkant. Het dwangmatige streven naar ‘beter’ leidt soms tot verbittering en spijt om veranderingen die we niet hadden moeten doorvoeren.Bob Tamasy, auteur en vicevoorzitter van Communications Leaders Legacy, Inc. Verandering is niet inherent goed of slecht. Het is iets onvermijdelijks. De problemen treden op door de snelheid waarmee verandering zich voordoet en de bedreiging die ze vormt voor de mensen die de vraag krijgen om te veranderen. Een handige stelregel: wanneer veranderen voor een persoon, organisatie of land even gemakkelijk is als niet veranderen, dan lopen de dingen het vlotst. Mensen die op verandering aandringen, zijn helaas vaak verontwaardigd wanneer er weerstand is. Zelfs een elementair begrip van de principes van verandering kan de overgang gemakkelijker maken. Of het nu gaat om een regeringsleider die een universele verzekering voorstelt, de CEO van een vennootschap die van zijn medewerkers meer verantwoordelijkheidszin verwacht of een vrouw die de wanorde van haar man beu is.Stan Goldberg, auteur van ‘I Have Cancer, 48 Things To do When You Hear the Words’ en acht andere boeken over de scherpe kantjes van het leven Verandering is onvermijdelijk. Maar zijn we altijd gedwongen om te veranderen omdat we in een geglobaliseerde wereld leven die steeds sneller draait en waar alles en iedereen verbonden is? Veranderen om te veranderen heeft niets te maken met ware innovatie, creativiteit stimuleren, nieuwe kennis verwerven of de vereiste vaardigheden leren om competitief te blijven. In elk bedrijf, klein of groot, heeft de minste verandering in de identiteit van een merk (bv. het logo of de slogan) een impact op het merkimago en de perceptie van de producten of diensten door de klanten. Trouwe fans van het merk hebben meestal een hekel aan veranderingen. Je moet je dus vooraf de vraag stellen: welke meerwaarde bied ik mijn klanten, medewerkers en andere betrokken partijen?Anne Egros, algemene coach voor kaderleden Veel mensen hebben een hekel aan verandering, anderen kijken er dan weer naar uit. Weerstand tegen verandering is normaal, maar kan heel destructief zijn. Sommige managers merken niet dat bepaalde symptomen van verandering (bv. een hoog personeelsverloop, confl icten, laatkomen, fouten, letsels, een zwak moreel of een lagere productiviteit) soms rechtstreeks in verband staan met de geplande of doorgevoerde veranderingen.Eve Ash, Australische psychologe en gedelegeerd bestuurder van Seven Dimensions Uitmuntende fi rma’s geloven niet in uitmuntendheid, wel in constant verbeteren en veranderen. Winnaars moeten leren even enthousiast en dynamisch van verandering te genieten als we ons daar vroeger tegen verzetten. Tom Peters, Amerikaans auteur van boeken over bedrijfsbeheer Verandering is goed, maar vaak ook hard. Het kan zoveel gemakkelijker zijn om de dingen bij het oude te laten. Maar om te slagen in het bedrijfsleven, moet je openstaan voor verandering. Nooit eerder veranderde het communicatie- en technologielandschap zo snel als nu. Twintig jaar geleden had je vast geen e-mailadres, nu is het moeilijk om je je leven of bedrijf zonder e-mail voor te stellen. Tien jaar geleden bestond Facebook niet, nu gebruiken 1,25 miljard mensen en miljoenen bedrijven het om te communiceren. Zelfs al ben je niet rechtstreeks bij de communicatie- of technologiesector betrokken, technologie speelt ongetwijfeld een gigantische rol in de veranderingen in je bedrijfstak. Deze veranderingen brengen met zich dat ook jij moet veranderen.Dave Kerpen, auteur van boeken als ‘Likeable Social Media’ en ‘Likeable Business’ (op de lijst van bestverkopende boeken volgens de New York Times) Vooruitgang is niet mogelijk zonder verandering. En wie zijn mening niet kan veranderen, kan niets veranderen.Wijlen George Bernard Shaw, Ierse toneelschrijver en medeoprichter van de London School of Economics.

4 min read
in-safe-hands-banner.jpg

In veilige handen

INEOS is intens met veiligheid begaan. Dat moet ook. Als er iets misgaat, kunnen mensenlevens op het spel staan. Maar als er fouten worden gemaakt, doet INEOS er alles aan om er waardevolle lessen uit te trekken. ZELFGENOEGZAAMHEID kan dodelijk zijn voor een bedrijf. In een potentieel risicovol bedrijf zoals INEOS kan zelfgenoegzaamheid ook mensenlevens kosten. Steve Yee, INEOS Group Safety Health & Environment Director, heeft de opdracht om zelfgenoegzaamheid te helpen bestrijden vanuit Runcorn (VK). „Het is ontzettend belangrijk dat iedereen constant aan veiligheid denkt”, zegt hij. „We weten allemaal dat de duurzame toekomst van onze bedrijven afhangt van onze prestaties op het vlak van veiligheid, gezondheid en milieu.” INEOS lijkt in elk geval goed op weg. Vorig jaar verbeterden de algemene veiligheidscijfers van INEOS met 23 % tegenover 2013. De milieuschendingen bereikten een historisch dieptepunt. „Nooit eerder waren onze veiligheids- en milieuprestaties zo goed”, vervolgt Steve, die de veiligheidsrapporten van de groep beheert. INEOS had al vaak vooruitgang geboekt, maar vorig jaar deed het bedrijf het beter dan ooit. „Het was bijzonder fijn om te zien dat vestigingen die niet meteen kampioenen waren qua veiligheid, erop vooruit waren gegaan”, gaat hij verder. „Hieruit blijkt dat we echt iets kunnen verwezenlijken als we er maar voor gaan.” INEOS schakelde onlangs over op OHSA (Occupational Health & Safety Administration), een strenger, Amerikaans systeem voor de registratie van ongevallen, letsels en ziekten op de werkvloer. Zo kunnen ook buitenstaanders de prestaties van INEOS vergelijken met die van de allerbesten. „We zien dat INEOS het heel behoorlijk doet in vergelijking met bedrijven zoals Shell en Dow Chemical”, zegt Steve. „Maar hoewel we onze achterstand aan het inlopen zijn, zijn we er nog niet.” INEOS beschouwt een OSHA-prestatie van 0,23 als ideaal. „Dow is een van de allerbesten”, vertelt hij. „Wij scoren momenteel 0,40.” In december bezochten Steve Yee en Simon Laker, Group Operations Director van INEOS, de hoofdkantoren van Dow in de VS om te zien hoe het bedrijf deze indrukwekkende prestaties neerzet. „Verschillende factoren spelen een rol. Een van de belangrijkste: ook al verbetert de OSHA-prestatie, het aantal letsels met gevolgen voor het leven volgt niet hetzelfde voorbeeld”, merkt hij op. „Hetzelfde gebeurt bij ons. We moeten ons dus duidelijk meer concentreren op maatregelen om ernstige letsels en sterfgevallen te vermijden.” Steve beseft nu ook dat de rapportering over alle landen heen van een hoog niveau moet zijn, wil INEOS ooit echte verbeteringen zien. „Als managementteam hechten we heel veel belang aan rapportering”, zegt hij daarover. „Het kan helemaal niet dat we pas iets horen wanneer er iemand overlijdt of een ledemaat verliest.” Om echt een verschil te kunnen maken, lanceerde INEOS vorig jaar een initiatief op groepsniveau. De aanleiding: een werknemer in een van de fabrieken had een veiligheidssysteem genegeerd om het werk sneller te kunnen uitvoeren. „We voeren altijd nieuwe initiatieven in wanneer we incidenten evalueren, omdat we dan zien hoe we herhalingen kunnen voorkomen”, aldus Steve. „Gelukkig raakte bij dat incident niemand gewond, maar toch was het goed dat we op de hoogte werden gebracht.” Dankzij de nieuwe levensreddende regels ziet iedereen gemakkelijker wat INEOS verwacht. Ze zorgen er ook mee voor dat de basiskennis inzake veiligheid overal aanwezig is. Steve vertelt dat die regels voor iedereen zichtbaar zijn. „De managementstructuur van INEOS maakt het ook gemakkelijker om te controleren of iedereen de berichten duidelijk heeft ontvangen en begrepen”, legt hij uit. „We hebben geen groot hoofdkantoor. Elke vestiging is in hoge mate aansprakelijk voor haar eigen daden.” DE REGELS Nadat een werknemer een veiligheidssysteem had genegeerd om zijn werk sneller te voltooien, voerde INEOS zeven levensreddende regels in. Die regels zijn: Verboden om alcohol of drugs te gebruiken of onder invloed te zijn op het terrein van het bedrijf Verboden te roken buiten de aangeduide rookzones Verboden werk aan apparatuur of machines onder stroom te beginnen zonder toestemming Verboden apparatuur of vergrendelingen die kritisch zijn voor de veiligheid zonder toestemming uit te schakelen of buiten dienst te stellen Bij hoogtewerk is een degelijke valbescherming verplicht Verboden toegang tot besloten ruimten zonder toestemming en gastest Heffen en takelen: verboden toegang voor onbevoegde personen tot afgebakende gevarenzones waar voorwerpen kunnen vallen

4 min read
breaking-the-mould-banner.jpg

Weg van de platgetreden paden

Wijlen Steve Jobs had een welbepaalde strategie en visie voor Apple. Zijn uitgangspunt? De klant, niet de ingenieurs van de fantastische technologie van het bedrijf. De klemtoon lag altijd op de ongelooflijke voordelen die Apple zijn klanten kon bieden. Styrolution deelt die visie STYROLUTION heeft sinds 2011 een lange weg afgelegd. Voor de medewerkers is het een opmerkelijke reis geweest. Voor de klanten is het een bewijs dat de consolidatie van de industrie kan bijdragen tot een groter goed. Vandaag is Styrolution volledig eigendom van INEOS, dat vorig jaar het aandeel van 50 % van BASF in de in 2011 opgerichte joint venture voor styreenplastic overnam voor € 1,1 miljard. De toekomst ziet er voor de klanten zo mogelijk nog rooskleuriger uit. Onder meer de automobielindustrie zal volop de vruchten plukken van de recente beslissing van INEOS om twee van zijn activiteiten samen te brengen in één enkele styreenleverancier die plastic maakt voor auto-onderdelen, elektronische en huishoudelijke apparaten, medische toestellen, verpakking en speelgoed. „Geen enkel ander bedrijf is daar op een dergelijke schaal toe in staat”, zegt Andy Currie, Capital Director van INEOS en bestuurder van Styrolution. „Dat is fantastisch voor ons én voor onze klanten.” De beslissing om INEOS Styrolution en INEOS ABS samen te voegen, viel in maart van dit jaar. Enkele maanden voordien had INEOS het aandeel van BASF in Styrolution, de wereldwijde marktleider in styreen, gekocht. Volgens Andy Currie is de fusie een logische keuze die nog meer geweldige groeimogelijkheden biedt. INEOS ABS is de grootste producent van styreenacrylonitrilepolymeren in Noord-Amerika en staat daar bekend als vormgever van auto-interieurs. INEOS Styrolution, dat vijftien fabrieken in negen landen uitbaat, heeft al altijd een sterkere positie gehad in toepassingen voor de buitenzijde van auto’s. „Deze activiteiten vullen elkaar mooi aan”, zegt Kevin McQuade, CEO van INEOS Styrolution. „Topprestaties en luxueuze esthetische kenmerken zijn essentiële aankoopcriteria voor onze klanten in de automobielindustrie. En dat is wat onze producten anders maakt. Onze klanten de beste oplossing bieden is onze passie. Het zit in het DNA van ons bedrijf.” Hij gaat verder: „Vroeger waren de twee bedrijven misschien concurrenten in dezelfde sector. Maar voortaan steunen we op elkaars sterkten en kunnen we onze klanten een compleet gamma aanbieden.” Op de internationale NPE-beurs onlangs in Orlando (Florida) deelden INEOS Styrolution en INEOS ABS een stand. Klanten konden er een blik op de toekomst werpen. „We lieten hen de eindeloze mogelijkheden van styreen zien en ze waren laaiend enthousiast”, besluit Kevin. „Eigenlijk hebben we met ons styreen al altijd anderen geholpen om vorm te geven aan de toekomst van de automobielindustrie, de gezondheidszorg, de sector van de elektronische toestellen en huishoudelijke apparaten, de bouwsector en de verpakkingsindustrie.” INEOS en BASF sloten in oktober 2011 een joint venture in uitdagende marktomstandigheden. In een mum van tijd zetten ze een echt internationaal bedrijf op poten en stelden ze hun leiderspositie op de wereldwijde styreenmarkt veilig. Hoe? Met een fabricatieplatform van wereldklasse dat de klanten leveringszekerheid, toegang tot de allerbeste technologie en een uitgebreid producten- en dienstengamma biedt. Samen waren ze ook sterker en efficiënter. In amper twee jaar, een stuk sneller dan de voorziene vijf jaar, hadden ze al € 200 miljoen aan kosten bespaard. „We creëerden een heel andere, unieke onderneming”, legt Kevin uit. „Een bedrijf dat de sector op zijn kop zette.” {} In het kader van de jointventure-overeenkomst behield INEOS wel altijd het recht om BASF uit te kopen, wat het bedrijf in november vorig jaar dan ook deed. INEOS-bestuurder Jim Ratcliffe beschreef de overname als een nieuwe, belangrijke stap in de groei van Styrolution. „We zijn blij dat Styrolution voortaan een volwaardig deel is van de INEOS-familie”, zei hij toen. INEOS Styrolution is voortaan volledig in handen van INEOS en wil uitbreiden. „Styrolution heeft nu al productielocaties verspreid over de wereld, maar er komen nieuwe markten op”, aldus Kevin. „We willen onze aanwezigheid in Brazilië en Azië, en dan vooral China, uitbreiden. Dit is een uitloper van onze Triple Shiftstrategie, waarmee we onze positie willen versterken in de sectoren van onze klanten, in standaard ABS en styreenspecialiteiten, en op opkomende markten. Met fabrieken over de hele wereld is het niet nodig om goederen van Europa naar de VS of omgekeerd te vervoeren. We maken de producten gewoon bij onze klanten in de buurt. We zijn echt een internationale business binnen INEOS.” INEOS Styrolution verkoopt zijn producten aan de automobielindustrie in de vorm van korrels. Andere fabrikanten maken er vervolgens onderdelen van, bijvoorbeeld voor auto’s. „Ze kunnen zo alles maken waar ze ook maar zin in hebben!”, zegt Kevin. Een andere sector die nauw met INEOS Styrolution samenwerkt, is uiteraard de bouwsector. „Onze klanten in de bouwsector lopen altijd voorop op het gebied van innovatie. Ze worden constant uitgedaagd om sterkere, voordeligere en mooier ogende producten die langer meegaan op de markt te brengen”, vertelt Thomas Hazenstab, Specialities Business Director. Samen creëren ze producten zoals terrasplanken, schermen en leuningen die beter bestand zijn tegen slecht weer maar ook tegen hoge temperaturen. „We gaan er prat op dat we in nauw overleg met onze klanten nieuwe producten ontwikkelen op hun maat”, gaat Thomas verder. „De trends in de sector bepalen, daar gaat het om. We bieden hen de best mogelijke oplossingen aan die hen een concurrentievoordeel in hun eigen sector opleveren.” Volgens Kevin is innovatie de sleutel van het succes van het bedrijf en in de toekomst zal dat zelfs nog meer het geval zijn. „Om het goed te doen op gespecialiseerde markten, moeten we voor onze klanten meerwaarde creëren door innovatie”, legt hij uit. „Daarom ontwikkelen we samen met onze klanten vernieuwende styreenoplossingen voor de producten van morgen. Door geavanceerde oplossingen en toepassingen en door product- en procesinnovaties onderscheiden we ons van onze concurrenten en verstevigen we onze positie als voorkeurpartner.” Styrolution is ook de belangrijkste wereldwijde leverancier van styreen voor de elektronicasector. Zo dragen we bij tot de ontwikkeling van stevige, hittebestendige computerbehuizingen en -schermen. De meeste printers die vandaag worden gemaakt, bevatten polystyreen van Styrolution of producten van ABS. Naar verwachting zal zowel Styrolution als INEOS ABS door de onderlinge wisselwerking voordeel halen uit de fusie en zullen beide bedrijven efficiënter worden. Kernfuncties worden samengevoegd en de beste praktijken op dat vlak worden gedeeld. Denk maar aan marketing en verkoop, de klantendienst, onderzoek en ontwikkeling, de toeleveringsketen, de productie, financiën en de personeelsdienst. Dit zal niet alleen de hele organisatie ten goede komen, maar ook de klanten. Die kunnen voortaan voor al hun styreenbehoeften terecht op één plek. „De medewerkers hebben een hele reeks veranderingen meegemaakt”, zegt Kevin. „Maar voor onze klanten is continuïteit de kernboodschap. Als er veranderingen plaatsvinden, dan zullen die positief zijn. Dit bedrijf gaat ervoor en kijkt naar de toekomst.” www.styrolution.com Styrolution vid 2

14 min read
ineos-gains-interest-banner.jpg

INEOS wekt interesse bij kredietverstrekkers

INEOS laat geen kansen liggen, vooral niet wanneer het zijn financiële zaken efficiënter kan beheren. Dit jaar is geen uitzondering geweest. Mede dankzij sterke prestaties en zijn reputatie als een winstgevend bedrijf kon INEOS in het eerste semester van dit jaar drie afzonderlijke deals regelen en nog eens € 80 miljoen van zijn jaarlijkse interestenrekening schrappen. „Hoewel de investeerders op die manier niet zoveel geld zullen verdienen aan interesten, betekent dit wel dat INEOS zich kan toespitsen op het versterken van het bedrijf. Bovendien wordt het als een beter ‘risico’ beschouwd, wat altijd goed is voor kredietverstrekkers”, zegt Peter Clarkson, Head of Investor Relations bij INEOS. Het geld dat wordt uitgespaard op de betaling van interesten op de jongste lening van € 4 miljard die moet worden geherfinancierd, wordt wellicht opnieuw in het bedrijf gestopt. „Het is voorlopig moeilijk te zeggen wat we precies met de extra cashflow gaan doen”, merkt Peter op. „Maar in elk geval geeft dit ons meer armslag wanneer we verbeteringen willen doorvoeren of zelfs enkele ‘bolt-on’ overnames willen uitvoeren. Daar zijn we altijd naar op zoek.” De voorbije vier jaar herfinancierde INEOS door een aantal slimme tactische zetten de $ 9 miljard die het in 2005 had geleend om Innovene te kopen. In die dochtermaatschappij van BP waren de olefinen- en derivatenactiviteiten alsook twee raffinaderijen samengebracht. Zo kon het bedrijf € 405 miljoen aan interesten besparen. „Sinds 2011 zijn we de schuldenstructuur van de groep aan het verbeteren, na de beperkingen die werden opgelegd naar aanleiding van de financiële crisis van 2008”, vertelt Chief Financial Officer Graeme Leask. „Zo konden we onze cash interestenrekening van € 763 miljoen in 2010 terugbrengen tot € 358 miljoen vandaag.” In april 2012 schreef INEOS geschiedenis in de financiële wereld door de grootste ‘covenant-lite’ lening ooit voor een Europese onderneming binnen te halen. Het was ook de grootste lening in haar soort ter wereld sinds het begin van de kredietcrisis in 2008. Michael Moravec, hoofd van European High-Yield Syndicate, beschreef de lening als een onvoorstelbaar succes voor een bedrijf. „Het management kan zich nu concentreren op wat het het beste kan: een chemiebedrijf leiden”, zei hij toen. INEOS heeft nu de meeste van zijn leningen die het einde van hun looptijd naderen geherfinancierd. „De opname van de volgende grote schuldenschijf betekent dat we nu een aanzienlijke premie moeten betalen, maar die zal dalen en kan volgend jaar een aantrekkelijkere optie zijn”, licht Peter toe.

2 min read
ineos-channels-energy-banner.jpg

INEOS steekt energie in nieuw tv-programma

INEOS heeft een nieuw televisiekanaal gelanceerd om zijn medewerkers op de hoogte te houden. De bedoeling is dat IN:TV (dat elke maand vanuit een andere vestiging zal worden uitgezonden) de band tussen het groeiende aantal werknemers overal ter wereld en het bedrijf verstevigt. Gastheer van het 15 minuten durende programma is Tom Crotty, de External Affairs Director van INEOS. Hij krijgt elke maand het gezelschap van een presentator van de gastvestiging. „In amper 17 jaar is INEOS gegroeid van niets tot een chemiereus met meer dan 53 productievestigingen over de hele wereld en bijna 20.000 medewerkers”, aldus Tom. „Soms is het een echte uitdaging om met zo veel mensen te communiceren.” De eerste aflevering is opgenomen in Grangemouth (Schotland). Gastpresentatrice Jennifer Prentice, een bekroonde chemisch ingenieur bij O&P UK, hielp Tom een handje. „Ik denk echt dat we met een innovatie als IN:TV trendsetters zijn in personeelscommunicatie binnen de petrochemische sector”, gaat Tom verder. „Beeld en sociale media zijn belangrijk voor de jongere generatie, die onze toekomstige werknemers en klanten zijn. Daarom willen we hen zo veel mogelijk informatie geven.” In elke aflevering komt het laatste nieuws rond de groep aan bod. Bovendien krijgen de medewerkers de kans krijgen om vragen te stellen aan bestuurder Jim Ratcliffe. Iedereen kan het programma bekijken op www.ineos.com.

3 min read
insight-and-ingenuity-banner.jpg

Insight en Ingenuity, twee nieuwkomers in de vloot van INEOS

De twee ultramoderne schepen die INEOS heeft laten bouwen voor het transport van tonnen vloeibaar gemaakt ethaangas van de VS naar Europa, hebben nu ook officieel een naam. JS INEOS Insight en JS INEOS Ingenuity zijn operatief sinds juli. Op de flank van een van de reusachtige schepen staat het embleem ‘Shale gas for manufacturing’, het andere schip draagt de slogan ‘Shale gas for chemicals’. De schepen werden gedoopt in Qidong bij Shanghai, waar in opdracht van INEOS het eerste schip van een hele vloot wordt gebouwd SINOPACIFIC Offshore and Engineering, een van de grootste scheepsbouwers ter wereld. Elk schip heeft de lengte van twee voetbalvelden en kan 40.000 vaten ethaan vervoeren. Steffen Jacobsen, CEO van Evergas (het Deense gastransportbedrijf dat de schepen ontwierp, verhuurt en beheert), werkt al 35 jaar in de sector. „Deze schepen zijn in veel aspecten een wereldprimeur”, zegt hij. „Nooit eerder probeerde iemand dergelijke hoeveelheden ethaan over zo’n grote afstand te vervoeren. Om dit te doen, moesten we totaal nieuwe werkwijzen uitvinden. Deze schepen zijn werkelijk uniek.” De scheepsdoop was de jongste mijlpaal in een internationaal project van INEOS ter waarde van $ 1 miljard om schaliegas van de VS naar de productievestigingen in Noorwegen en Schotland te verschepen. INEOS wordt het eerste bedrijf ter wereld dat ervoor kiest om van schaliegas afgeleid ethaan uit de VS te halen. Daar heeft het gas tot een heropleving van de nijverheid geleid. Volgens Jim Ratcliffe, oprichter en bestuurder van INEOS, gaat het om een uitzonderlijk groot project dat de Europese chemiesector op zijn kop zal zetten doordat het de Amerikaanse economie naar Europa haalt. „We zullen 15 jaar lang elke dag van het jaar meer dan 40.000 vaten gas per dag vervoeren van de VS naar Europa”, zegt hij. „Hoe je het ook bekijkt: dit is een uitzonderlijke prestatie.” INEOS names its Dragon Ships vid

4 min read
go-run-for-fun-banner.jpg

GO Run For Fun breekt record

Het INEOS GO Run For Fun team hield onlangs zijn grootste evenement ooit in het Queen Elizabeth Olympic Park in Londen. Maar liefst 6000 kinderen liepen de 2 km, samen met olympische atleten en tv-sterren. „We weten dat veel ouders bezorgd zijn dat hun kinderen te veel eten en niet genoeg bewegen”, zegt Leen Heemskerk, projectleider van de GO Run For Fun stichting. „GO Run For Fun wil dit probleem op een leuke manier aanpakken. Het grote aantal deelnemers bewijst dat veel mensen onze bezorgdheid delen.” De Brit Daley Thompson, winnaar van een olympische gouden medaille, schoot als eerste uit de startblokken en overhandigde enkele van de prijzen. „Het was voor alle kinderen een fantastische dag”, zegt hij. „Iedereen had het erg naar zijn zin en leerde wat meer over het belang van gezond eten en bewegen.” GO Run For Fun is momenteel de grootste liefdadigheidsorganisatie voor lopen voor kinderen. Naast de race zelf lanceerde GO Run For Fun ook een nieuwe tekenfilmserie voor kinderen. In de hoofdrol: Dart, de mascotte van de organisatie. Dart TV mikt op een publiek van 5- tot 10-jarigen en legt het belang van goede voeding en regelmatige beweging uit. Overdag leidde Charlie Webster, een voormalige presentator van Sky Sports, een rondetafelgesprek. Het onderwerp: we moeten kinderen al van op jonge leeftijd actiever laten zijn, wil Groot-Brittannië de zwaarlijvigheid bij kinderen aanpakken. „Het gebrek aan beweging is een belangrijke factor in de huidige zwaarlijvigheidsepidemie in het VK”, zegt dr. Paul Sacher, een internationaal erkende expert in gezondheid en zwaarlijvigheid bij kinderen. „Aangezien een op de drie kinderen zwaarlijvig is en zowat 80 % van de kinderen niet beantwoordt aan de regeringsrichtlijnen omtrent fysieke activiteit, is het essentieel dat we sportinitiatieven zoals GO Run For Fun steunen.” Daley kreeg het gezelschap van de olympische hordeloper Colin Jackson en Louise Hazel, die een gouden medaille won op de Commonwealth Games. Ook de Britse Marathon Man Rob Young steunde het evenement. Hij vestigde onlangs een wereldrecord door in 365 dagen 370 marathons te lopen. „Dit was echt belangrijk voor GO Run For Fun”, zegt Jim Ratcliffe, bestuurder van INEOS en oprichter van GO Run For Fun. „Enerzijds wilden we duizenden kinderen een leuke dag bezorgen en hen leren dat goede voeding en bewegen erg belangrijk zijn. Anderzijds wilden we de regering doen inzien dat ze veel meer moet doen om kinderen jonger dan 12 jaar te helpen om fit en actief te worden.”

4 min read