De wereld raakt stilaan vol. Duurzaamheid moet bovenaan ieders agenda staan als we als soort willen overleven op een planeet met beperkte grondstoffen. Maar hoe spelen we dat klaar nu de wereldbevolking in 2050 naar verwachting de kaap van de negen miljard zal overschrijden? Negen miljard mensen is een probleem, al zijn de meningen verdeeld
De bekendste natuurhistorische filmmaker van Groot-Brittannië, sir David Attenborough, neemt geen blad voor de mond. Toch zal hij ook niet snel overdrijven.
De voorbije veertig jaar heeft hij vastgesteld hoe de mens sommige delen van de natuur zodanig heeft toegetakeld dat er geen dieren meer leven. Hij heeft de natuur voor zijn ogen zien veranderen, letterlijk.
„En dat”, zegt hij, „is te wijten aan de toenemende bevolking.”
„Ik twijfel er niet aan dat dit de fundamentele oorzaak is van al onze problemen en vooral onze milieuproblemen”, stelde hij onlangs in een interview met The Wellcome Trust. „Ik kan geen enkel probleem bedenken dat niet eenvoudiger op te lossen zou zijn als er minder mensen waren.”
Tijdens zijn loopbaan heeft hij de wereldbevolking zien verdrievoudigen.
„Mochten we de bevolkingsgroei kunnen afremmen, dan zouden we de problemen misschien beter kunnen oplossen. Maar zo is het helaas niet”, zei hij. „Het beste wat we kunnen doen, is het tempo van de aangroei vertragen. De beheerders van de Trust zijn gelukkig geen politici maar wetenschappers.”
In een interview met INCH Magazine vorig jaar zei Jonathon Porritt, een van de meest vooraanstaande milieuactivisten ter wereld, dat hij hoopte dat de chemische industrie een doorslaggevende rol kon spelen in het vinden van een oplossing voor de uitdagingen in verband met duurzaamheid.
En dat kan de sector inderdaad.
Sinds de historische eerste Top van de Aarde in Rio de Janeiro in 1992 helpt de chemische industrie boeren wereldwijd om duurzame landbouwmethoden aan te nemen en biedt ze meer en meer mensen toegang tot schoner en veiliger drinkwater.
De inspanningen van de sector leiden bovendien tot medische doorbraken, veranderen de manier waarop energie wordt gebruikt en helpen de uitstoot van broeikasgassen in te perken.
De International Council of Chemical Associations, de internationale stem voor de chemische industrie, zegt dat deze vooruitgang het resultaat is van innovatieve ideeën, technologieën en processen die allemaal mogelijk zijn dankzij de chemie.
INEOS is een van de bedrijven die zich toeleggen op de ontwikkeling van innovatieve, duurzame oplossingen voor complexe, uitdagende problemen. INEOS begrijpt namelijk dat hij een enorme invloed kan hebben op wat de wereld vandaag en in de toekomst doet.
Een van zijn producten die een hemelsbreed verschil maken voor de voeding en de gezondheid in de wereld is acetonitrile. Deze stof wordt gebruikt bij de aanmaak van essentiële geneesmiddelen, zoals insuline en antibiotica, en speelt een belangrijke rol in kankerbehandelingen. Het heldere, vloeibare oplosmiddel wordt ook gebruikt bij de productie van agrochemicaliën die een hogere oogstopbrengst verzekeren. INEOS neemt momenteel ongeveer de helft van de wereldwijde vraag naar acetonitrile voor zijn rekening. Bovendien wordt een groot deel van zijn productie vervaardigd door andere bedrijven die een licentie hebben voor de technologie van INEOS.
De mensheid staat hoe dan ook voor een belangrijke vraag: hoe kan de planeet na 2050 aan de behoeften van negen miljard mensen voldoen? De vraag naar voedsel stijgt, de natuurlijke rijkdommen worden schaarser en door de klimaatverandering is er dringend behoefte aan nieuwe, koolstofarme energiebronnen.
Tim Benton, professor populatie-ecologie aan de universiteit van Leeds (Verenigd Koninkrijk) en expert in voedselzekerheid, zegt dat de mensen moeten begrijpen en aanvaarden dat er grenzen zijn aan het vermogen van onze planeet om ons te bieden wat we nodig hebben.
„Alleen zo kunnen we echt werk maken van duurzaamheid”, aldus professor Benton. „De vraag is het allergrootste probleem. Als we de vraag niet inperken, zullen we het land en het water blijven overbelasten en de klimaatverandering nog meer versnellen.”
Tegen 2050 zal de planeet voedsel moeten verstrekken aan 30 % meer mensen, maar de hoeveelheid bebouwbaar land is beperkt.
„Door de technologische vooruitgang zullen we het land ongetwijfeld efficiënter kunnen benutten, maar we kunnen niet meer blijven halen uit steeds minder”, gaat professor Benton verder. „De enige manier om echt werk te maken van duurzaamheid, is door onze vraag te matigen.”
Vandaag produceert de wereld genoeg calorieën voor twaalf miljard mensen, maar de bewoners van ontwikkelde landen eten te veel, een groot aandeel gaat naar het vee en de rest wordt verspild.
„Het gaat hier niet om formulering en individuele voedingsstoffen, of om 3D-printers”, vervolgt professor Benton. „Het gaat om weerstand opbouwen, de afvalberg verminderen en ons voedingspatroon bijsturen. In de toekomst kan de agroindustrie de mentaliteit dat ‘de vraag groeit en daar moeten we tegen elke prijs op inspelen’ niet verder in stand houden. Deze mentaliteit moet veranderen.”
Friends of the Earth voert al meer dan veertig jaar campagne voor het welzijn van de planeet en lanceerde onlangs een driejarenproject onder de titel ‘Big Ideas Change the World’.
Volgens een woordvoerder van de organisatie moet we de extreme druk die de mens – vooral in de ontwikkelde landen – op onze planeet uitoefent, snel en sterk terugschroeven.
„Het is een titanenwerk en als de wereldbevolking deze eeuw niet stagneert, zou het weleens onmogelijk kunnen zijn”, zo luidt het.
Maar of de wereld nu tot de ondergang gedoemd is, daarover zijn de meningen verdeeld.
„Het is een race tussen de uitputting van de grondstoffen en innovatie. Tot nu toe heeft innovatie de bovenhand”, verduidelijkt de hoofdeconoom van Citi, Willem Buiter, onlangs in INCH Magazine. „We worden hierin gesteund door meerdere duizenden jaren menselijke geschiedenis, dus ik ben vrij optimistisch.”
Ook Robert Aliber, professor internationale economie en financiën aan de universiteit van Chicago, heeft er vertrouwen in.
„Thomas Malthus voorspelde in 1798 dat een ongecontroleerde bevolkingsgroei tot de hongerdood zou leiden voor de aarde”, zegt hij. „De afgelopen tweehonderd jaar is gebleken dat hij ongelijk had, dus waarom zou hij de volgende honderd jaar zijn gelijk halen?”
Overbevolking is in bepaalde delen van de wereld inderdaad een probleem. Zoveel staat vast.
De bekroonde Deense fotograaf Mads Nissen trok negen jaar geleden naar Manila op de Filipijnen en zag er met eigen ogen wat het betekent als er te veel mensen in een te kleine ruimte wonen.
In 1980 telden de Filipijnen 50 miljoen inwoners. Dit aantal zou tegen 2050 nog tot 180 miljoen stijgen.
„Manila is nu al een van de meest overbevolkte plaatsen ter wereld”, legt Nissen uit. „De gezinnen wonen er in zelfgemaakte krotten op begraafplaatsen, tussen spoorwegen of onder bruggen. Ze wonen eender waar ze wat plaats vinden. Zelfs op de giftige vuilnisbelten van de stad wonen, eten en slapen mensen, omringd door rottend afval.”
Maar de World Population Balance gelooft dat we de toekomst op een humane manier kunnen veranderen.
„We kunnen een nieuwe visie, een nieuwe droom voor de planeet creëren”, aldus oprichter en voorzitter David Paxson.
Volgens hem ligt de oplossing bij een wereldwijde campagne om mensen aan te moedigen minder kinderen te verwekken.
„Vandaag spenderen we miljoenen aan onze strijd voor een duurzamere planeet, maar het enige resultaat is nog meer vervuiling”, gaat hij verder. „Duurzaamheid op een overbevolkte planeet is onmogelijk en de wereld is op dit ogenblik ernstig overbevolkt.”
Volgens hem leven vandaag twee miljard mensen in armoede. „Dat zijn meer mensen dan er minder dan honderd jaar geleden op de hele planeet rondliepen.”
Nog volgens Paxson zal het een loodzware opdracht zijn om het bevolkingscijfer terug te dringen, maar dat is nog niets in vergelijking met de strijd tegen de verwoestende gevolgen van de overbevolking.
De vraag hoe we negen miljard mensen eten kunnen geven, zal tweedracht blijven zaaien.
Maar ondertussen is het aan de chemiesector, die aan de basis ligt van bijna alle andere industrieën, om zijn inspanningen verder te concentreren op de productie van essentiële elementen waarmee we veel problemen van een wereld in constante verandering kunnen verhelpen. Dat moet de chemiesector niet alleen op een efficiëntere manier doen, maar ook op een manier die zijn eigen impact op het milieu en de impact van de andere sectoren die hij bedient beperkt.
Het gaat ook niet alleen om geld besparen. INEOS is zich maar al te goed bewust van zijn enorme verantwoordelijkheid om de materialen die nodig zijn voor de technologieën van morgen te verstrekken en hierbij minder grondstoffen te verbruiken. Zo kan de onderneming de maatschappij helpen om minder energie te verbruiken in een wereld met beperkte grondstoffenvoorraden.
Daarom is INEOS actief in het hart van de chemie die de basisbehoeften van de mens inlost: de behoefte aan voedsel, transport, communicatie, water en energie.
Dit is het soort chemie die INEOS al jarenlang levert en het is de bedoeling om dat nog vele generaties te blijven doen.