De Europese Commissie wil drastisch snijden in het energieverbruik in Europa, want dit zou het milieu, de werkgelegenheid, de energiezekerheid en de economie ten goede komen. INEOS, dat per jaar € 1,3 miljard aan energie uitgeeft, denkt er anders over.
De onderneming dringt er bij de Europese Commissie op aan om te kijken naar de aanzienlijke dagelijkse inspanningen van de chemische industrie om haar energie-efficiëntie verder te verbeteren, in de plaats van nog meer streefcijfers op te leggen. Voor de Commissie, die het energieverbruik tegen 2030 met 27 % wil terugschroeven, is het in elk geval positief dat energiebesparing al een fundamenteel aspect van de bedrijfsvoering vormt bij INEOS.
„We hebben niet nog meer regels of doelstellingen nodig”, zegt Tom Crotty, INEOS Group Communications Director. „Energieefficiëntie is al een kernwaarde van onze bedrijfsvoering, omdat het economisch gezien heel interessant is. Op onze sites hebben we zo goed als alle beschikbare en betaalbare energiebesparende technologie geïnstalleerd. Om ons energieverbruik nóg te verlagen, zouden we in onze productie moeten beginnen snoeien.”
De Commissie gelooft dat een ambitieus streefcijfer inzake energie-efficiëntie het milieu, de werkgelegenheid, de energiezekerheid en de Europese economie ten goede zal komen.
INEOS geeft jaarlijks € 1,3 miljard uit aan energie. Voor onze onderneming is de doelstelling niet realistisch, niet haalbaar voor de chemische sector en een bedreiging voor de industrie in Europa, waardoor zes miljoen banen gevaar lopen.
Volgens INEOS komt het probleem gedeeltelijk voort uit het onvermogen van de Commissie om het belang en de dagelijkse realiteit van de chemische industrie te begrijpen.
„We kampen al met een concurrentieprobleem in Europa”, zegt Tom Crotty.
In een gezamenlijke inspanning om te worden gehoord onder de miljoenen antwoorden op een raadpleging van de Europese Commissie over haar klimaat- en energiebeleid voor 2030, nodigden INEOS en CEFIC vertegenwoordigers van het Directoraat-Generaal voor Energie van de Commissie uit voor een bezoek aan de site in Keulen.
„INEOS levert al jaren succesvolle inspanningen op het gebied van energiebesparing”, zegt Gerd Franken, CEO van INEOS O&P North. „We zijn ervan overtuigd dat onze vestigingen tot de meest energieefficiënte ter wereld behoren.”
De chemiesite in Keulen (Duitsland) stelt 2000 mensen uit 28 landen tewerk en heeft een oppervlakte ter grootte van Monaco. Negentig procent van haar uitgaven gaan naar energie en grondstoffen. Bovendien verbruikt ze net zoveel energie als je nodig hebt om 200.000 huishoudens van verwarming, verlichting en elektriciteit te voorzien.
Dat is dus heel wat, maar het betekent niet dat de vestiging niet efficiënt is. Stefan Krämer, Energy Manager van de site, toonde de afvaardiging van het DG Energie hoe iedereen in het bedrijf al samenwerkt om energie te besparen.
„Het is een hele uitdaging, want de interne energienetwerken van de INEOS-site in Keulen moeten constant in evenwicht blijven”, legt hij uit. „Zo produceert het salpeterzuur- en acrylonitrilproces stoom. De productie van krakers en butadieen heeft dan weer warmte nodig en dus wordt de stoom daar gebruikt.”
Het nevenproduct waterstof wordt niet verbrand, maar thermisch gebruikt in de energiecentrale in de plaats van aardgas. Die ingreep levert een besparing van 80.000 MWh aan aardgas per jaar op. Door enkele verbeteringen aan de koeltoren besparen we jaarlijks ook nog eens 13.000 MWh aan elektriciteit.
„INEOS is vastbesloten om alles wat het produceert te gebruiken en te hergebruiken”, zegt Gerd. „Dit komt namelijk zowel ons bedrijf als het milieu ten goede.”
Tijdens het bezoek riep ook Brigitta Huckestein, Communications & Government Relations bij BASF (het grootste chemische bedrijf ter wereld), de Commissie op om tot inkeer te komen.
Voor de allereerste keer gaat BASF zijn Europese investeringen strategisch afbouwen. De redenen: de stagnerende markt, de dure energie en de hoge loonkosten.
Brigitta Huckestein zei dat BASF de grootste moeite deed om meer mogelijkheden te vinden om zijn energieverbruik en CO2-uitstoot te verlagen.
De vestiging van BASF in Ludwigshafen is de grootste en efficiëntste geïntegreerde fabriek van Duitsland. Maar als er vanaf 2017 een toeslag van toepassing wordt op de zelfgeproduceerde elektriciteit van een WKK-installatie, zal de efficiëntie van de geïntegreerde productie aanzienlijk dalen.
„Dat zal ook de concurrentiekracht van deze uiterst energie-efficiënte installatie verminderen”, zegt ze. „Kortom, we voelen ons al verdreven. Als de regels de productie van basischemicaliën in Europa regelen als een middel om de Europese vraag naar energie te verminderen, denken wij dat dat gevaarlijk zal zijn voor de Duitse en de Europese economie, want de waardeketens zullen worden verbroken. Als de omstandigheden niet gunstig zijn, zullen we elders moeten investeren.”
Alistair Steel is een vertegenwoordiger van CEFIC, de spreekbuis van de chemische sector in Europa. Volgens hem is betaalbare energie dé sleutel tot groei.
„De concurrentiekracht van de sector hangt af van een competitieve, betrouwbare energievoorziening”, zegt hij.
Momenteel kost het in Europa tweemaal zoveel om ethyleen te produceren als in de VS. Daar heeft goedkoop schaliegas de nijverheid doen heropleven. Terwijl de winst van INEOS in Europa de voorbije drie jaar gehalveerd is, is die in de VS verdrievoudigd.
„We kunnen niet nóg meer energie besparen”, zegt Greet Van Eetvelde, Manager van Cleantech Initiatives, vanuit het hoofdkantoor van INEOS in het Zwitserse Rolle. „De Europese Commissie moet beslissen of ze wil dat de chemische industrie standhoudt in Europa. Het is onmogelijk om deze doelstellingen te halen zonder aanzienlijke investeringen. In het economische klimaat in Europa is dat heel moeilijk.”
Zelfs al wou INEOS schone technologie financieren, dan nog zou het bedrijf voor een haast onmogelijke taak staan.
„Banken willen zekerheid”, zegt Tom. „Ze houden niet van nieuwe technologieën. Vaak hangt de financiering van nieuwe technologieën ook af van de overheidssteun, wat een politiek risico inhoudt.”
Volgens Stefan werkt de chemische industrie al jaren aan manieren om haar productievestigingen efficiënter te maken.
„Het engagement van de industrie om energie-efficiënter te worden, dateert van lang voor de EU-richtlijnen van 1996”, zegt hij.
Vorig jaar waarschuwde Jim Ratcliffe, bestuurder van INEOS, dat de Europese chemische industrie binnen tien jaar zou uitsterven.
„Ik zie groene taksen. Ik zie hoe de nijverheid wordt verdreven”, schreef hij in een open brief aan José Manuel Barroso, destijds voorzitter van de Europese Commissie.
Hij wou de Commissie wakker schudden.
„De chemische sector is wereldwijd goed voor $ 4,3 triljoen aan inkomsten”, zei hij. „Dat is meer dan het bbp van Duitsland. In Europa staan chemicaliën en auto’s samen aan de top met elk $ 1 triljoen. De chemische industrie is een van de sterkhouders van de Europese economie.”
INEOS hoopt dat het bezoek aan Keulen de beleidsmakers in Brussel de ogen heeft geopend.
Paul Hodson, een lid van de afvaardiging van de Commissie, schreef in een e-mail aan INEOS dat het bezoek hen een waardevol inzicht in de chemische industrie had opgeleverd.
Hij zei dat het welvaren van de Europese industrie een van de prioriteiten van de Commissie is en dat ze er in haar beleid naar zou streven om de concurrentiekracht ervan te verhogen.
Wat de Europese Commissie wil tegen 2030
- Een vermindering van het energieverbruik met 27 (niet bindend voor de industrie)
- Een stijging van minstens 27% van het gebruik van hernieuwbare energie
- Een vermindering van de CO2-uitstoot met 40 %