Nu Europa geconfronteerd wordt met druk van binnenuit én buitenaf is het meer dan ooit van belang voor het management en de vakbonden om samen oplossingen te vinden. INCH sprak met vakbondsvertegenwoordigers uit Noorwegen, Italië en Duitsland over wat INEOS volgens hen moet doen om concurrentieel te blijven en hoe zij daar op hun beurt aan kunnen bijdragen.
Er wordt weleens gezegd dat huwelijken in de hemel worden gesloten.
Dit zou een argument van voorstanders kunnen zijn, maar iedereen die getrouwd is, weet dat een huwelijk niet altijd over rozen gaat.
Openheid, oprechtheid en eerlijkheid zijn cruciaal om te blijven voortbestaan. Thomas Meiers, de vakbondsvertegenwoordiger voor INEOS Köln, stelt dat openheid, oprechtheid en eerlijkheid minstens zo belangrijk zijn als het op zakendoen aankomt.
“We werken nauw samen met INEOS en dat is een goede zaak,” zegt hij.
Hij vertelt dat de besprekingen vaak intens zijn, maar dat –is precies wat INEOS wil.
“Soms gaat het er tijdens de besprekingen heftig aan toe, maar omdat we open mogen zijn, kunnen we eventuele gevaarlijke situaties in een vroeg stadium herkennen en direct aanpakken,” licht hij toe. Door deze openhartige en voortdurende besprekingen, vertelt hij, kunnen de vakbond en het management een bepaald probleem grondig bestuderen en zo een oplossing vinden waar iedereen tevreden over is.
“Over het algemeen zorgt de gevonden oplossing zowel voor verder economisch succes en een betere concurrentiepositie voor het bedrijf als voor degelijke arbeidsvoorwaarden en een goede sociale zekerheid voor het personeel,” vertelt hij.
En het lijkt erop dat dit zijn vruchten afwerpt.
INEOS Olefins & Polymers in Keulen is een van de meest winstgevende bedrijven in Europa.
Thomas is van mening dat INEOS’ horizontale managementstructuur, de manier waarop het bedrijf zaken doet en het feit dat het personeel zich identifi ceert met het bedrijf en haar doelstellingen, hier allemaal toe hebben bijgedragen.
“Onze aanpak naar industriële relaties toe is uniek,” zegt hij. “En het is ook hetgene dat ons duurzaam en succesvol maakt.”
Samen werken aan een gemeenschappelijk doel is ook wat Wenche Jansen Tveitan, de vakbondsvertegenwoordiger van INEOS Olefins & Polymers in Noorwegen, motiveert.
“Elke werkplek heeft personeel nodig dat achter haar beleid staat als het concurrentieel wil blijven,” legt ze uit. “En een open relatie, op basis van vertrouwen, wordt gerealiseerd door openheid.”
Ze vertelt dat regelmatig informeel contact tussen de vakbondsvertegenwoordigers en het management de belangrijkste factor is geweest bij het opbouwen van dit vertrouwen.
“Elk meningsverschil wordt zo snel mogelijk ter sprake gebracht en er wordt niet gewacht tot de volgende ondernemingsraad,” aldus Wenche.
Daarnaast gebruikt het management de vakbond ook als klankbord.
“Wanneer dat gebeurt, kunnen de werknemers een actieve rol spelen en uiteindelijk bijdragen tot nog betere oplossingen,” zegt ze.
Deze benadering is van cruciaal belang, zeker in de huidige snelle, continu veranderende en competitieve wereld. Vanwege de toegang tot goedkope grondstoffen en energie investeren veel petrochemische bedrijven momenteel het merendeel van hun geld in de VS in plaats van in Europa.
Nu Europa één van de duurste plekken ter wereld is geworden om chemicaliën te produceren, is Wenche van mening dat de vakbond direct – en indirect – ervoor kan zorgen dat INEOS concurentieel blijft.
Ze vertelt dat dit met name van belang was in Noorwegen, waar de kosten in levensonderhoud hoog zijn. “Ons bedrijf is voortdurend afhankelijk van goede prestaties,” zegt ze.
“We doen dat door te laten zien dat de investeringen in ons bedrijf tot winst leiden.”
Wenche vertelt dat de vakbond net zo bezorgd was als het management over de energieprijzen en -belastingen. De vakbond heeft vaak gelobbyd bij de overheid en bij vakorganisaties in een poging om het beleid te beïnvloeden om zo een meer flexibele exploitatie van de INEOS O&P site in Rafnes te bekomen.
“De samenwerking tussen het management en de vakbonden is hierbij van groot belang,” zegt ze. “Samen staan we sterker.”
Wenche vertelt dat de vakbond onlangs een belangrijke rol heeft gespeeld bij het opzetten van gesprekken met politici.
“We proberen voortdurend te laten zien met welke uitdagingen de industrie op het Europese vasteland wordt geconfronteerd en wat gedaan zou moeten worden om deze op te lossen,” zegt ze.
“Samen hebben we gezorgd voor wat belastingvermindering en voordelige energieovereenkomsten. Dit heeft onze concurrentiepositie verbeterd.”
Ze vertelt dat de vakbond ook een belangrijke rol heeft gespeeld toen de premier, de minister van Financiën en de leider van de Noorse Kamercommissie voor economische zaken een bezoek brachten aan Noretyl/O&P in Noorwegen.
Tom Crotty, INEOS Group Director, zei dat het belangrijk was voor de vakbonden om samen met het management aan oplossingen te werken.
“De relatie met de vakbonden in Keulen en Rafnes is erg goed”, vertelt hij.
“Ze willen de bedrijfsdoelstellingen graag begrijpen en zowel direct als indirect hun steentje bijdragen.
“Ze zijn erg bereid om te bespreken of de werkpraktijken aangepast dienen te worden, maar ook om te kijken of ze indirect mee kunnen helpen door bijvoorbeeld druk uit te oefenen op de overheid.”
De vakbondsvertegenwoordigers in Italië lieten weten op één lijn te zitten met hun collega’s in Noorwegen en Duitsland.
“Goede gesprekken en samenwerking tussen ons en het bedrijf zijn erg belangrijk,” zegt Stefano Santini, vakbondsvertegenwoordiger van INEOS’ O&P faciliteit in Rosignano, Italië.
“In de afgelopen jaren hebben we door de verschillende verplichtingen die we zijn aangegaan en nagekomen, samen een onderling vertrouwen opgebouwd.”
Afgelopen september maakte Total bekend dat het van plan is om een stoomkraker te sluiten die met verlies draait in het Franse Carling.
Patrick Pouyanné, President Refi ning & Chemicals en lid van het dagelijks bestuur van Total, wijt de sluiting aan de groeiende internationale concurrentie.
“De Europese petrochemiesector heeft voortdurend te maken met overcapaciteit,” zegt hij.
De kraker, die ruwe olie raffi neert in chemische componenten voor het maken van polymeren, zal naar verwachting in 2015 sluiten.
De aankondiging zorgde voor onrust bij het personeel van INEOS in Rosignano.
“Men is bang dat de sluiting mogelijk ook gevolgen heeft voor werknemers op de locatie in Saralbe,” vertelt Stefano.
Hij maakt zich, net als veel anderen, zorgen over de spiraalsgewijze stijging van de kosten voor energie en grondstoffen in Europa.
“We moeten werken aan energiebesparing, met name het verminderen van energieverspilling door meer gebruik te maken van energiezuinige technologieën,” zegt hij.
“De energieovereenkomsten moeten opnieuw beoordeeld worden, we moeten proberen om zelf energie te produceren voor de locatie en ten slotte moeten we investeren in alternatieve energiebronnen, zoals het gebruik van biomassa.”
Hij vertelt dat, vanuit het perspectief van de vakbond, INEOS moest investeren in onderzoek naar innovatieve producten, wat technische en structurele expertise vereist.
“We zouden ook kunnen investeren in het vinden van eenvoudigere manieren om grondstoffen te verkrijgen,” zegt hij.
Vijf punten die de europese chemische industrie zullen helpen om competitief te blijven:
-
Goedkopere energie:
Een beleidsverschuiving richting vermindering van de energiekosten in de EU wordt als essentieel aanzien voor het aanzetten tot innovatie en investeringen, het creëren van banen en groei, en uiteindelijk het bijdragen tot het verminderen van broeikasgassen. -
Betere regelgeving:
REACH, de chemiewetgeving van de EU, wordt al gezien als een van de meest bezwarende wetgevingen in Europa. De chemische industrie heeft zich echter aangepast en heeft alle chemische stoffen die worden geproduceerd of geïmporteerd in hoeveelheden van meer dan 100 ton per jaar, geregistreerd. Maar helaas blijft het hier niet bij. Als gevolg van ‘fase 3’ dienen nu ook bedrijven met productie tot 100 ton per jaar , deze stoffen te registreren. Vrijwel elk chemiebedrijf in de EU en al hun klanten zullen hierdoor getroffen worden. -
Een transatlantic trade & investment partnership:
Het voorgestelde TIPP, een trans-Atlantisch handels- en investeringsakkoord, zou ervoor zorgen dat de invoerrechten op chemicaliën die in 2012 tussen de VS en Europa werden verhandeld ter waarde van 48 miljard euro, tot het verleden behoren. Cefi c zou graag zien dat alle chemische tarieven worden opgeheven en hoopt dat de onderhandelingen, die naar verwachting binnen twee jaar zullen worden afgerond, zullen leiden tot een regelgeving met meer transparantie en samenwerking. -
Behoud van sleuteltechnologieën (KET’s):
Sleuteltechnologieën, oftewel Key Enabling Technologies, worden als cruciaal gezien voor het laten opleven van de economie in de EU. Hoewel Europa wereldleider is in KET-onderzoek en -ontwikkeling – met een wereldwijd aandeel van meer dan 30% in patentaanvragen – wordt dit onderzoek nog niet vertaald naar de productieprocessen en producten die nodig zijn om groei en werkgelegenheid te stimuleren. -
Bescherming van haar handelsgeheimen:
De Europese Commissie wordt aangespoord ervoor te zorgen dat er afdoende systemen bestaan om de Europese kennis op het gebied van innovatie te kunnen beschermen. Het op de markt brengen van baanbrekende ideeën wordt beschouwd als de beste manier voor de EU-industrie om de toenemende wereldwijde concurrentie vóór te blijven.