Innovatie is de kracht van INEOS. Geen twijfel mogelijk op wiens naam dit project geschreven kan worden; een project dat kan veranderen hoe wij over chemie, energie en afval denken. Dat moet INEOS zijn.
Na ruim 20 jaar onderzoek, perfectioneert INEOS nu de technologie om huishoudelijk afval om te zetten in hernieuwbare energie en geavanceerde biobrandstoffen.
In tegenstelling tot biobrandstoffen op basis van maïs, suikerriet of plantaardige olie, concurreert de technologie van INEOS qua grondgebruik en natuurlijke bronnen niet met voedselgewassen.
“Het ruimt niet alleen afval op dat anders op de stortplaats zou belanden, maar het doorbreekt ook de link tussen voedselgewassen en bio-ethanolproductie”, vertelt Peter Williams, CEO van INEOS Bio.
“Het is van essentieel belang om de hoeveelheid afval te verminderen en zo veel mogelijk te recycleren, maar er zal altijd wat afval overblijven waar we iets anders mee moeten doen. We moeten blijven hergebruiken en recycleren wat we kunnen, als onderdeel van de bestaande afvalinfrastructuur. Maar de rest hoeft straks niet meer naar de stortplaats; dat kan dan naar een bio-raffinaderij die draait op INEOS-technologie.”
Volgens schattingen wordt er alleen in Amerika al ieder jaar 260 miljoen ton huishoudelijk afval geproduceerd. Het wordt steeds lastiger om een vergunning te krijgen voor nieuwe stortplaatsen en veel bestaande locaties zijn bijna vol.
“Er zijn al staten in Amerika die hun afval naar andere staten exporteren”, vertelt Kelly Russell, Regulatory affairs-analyst bij INEOS Bio.
De gepatenteerde technologie van INEOS biedt een uitweg uit deze cyclus. INEOS Bio heeft miljoenen dollars geïnvesteerd in de bouw van de baanbrekende bioenergie fabriek van Indian River County, gelegen op het terrein van een voormalige pompelmoessap fabriek in de buurt van Vero Beach in Florida.
Zoals het er nu voor staat, is dit de eerste commerciële fabriek ter wereld die gebruik maakt van de technologie van INEOS Bio, waarmee allerlei soorten afval omgezet kunnen worden in bio-ethanol.
Maar dat is nog niet alles.
De fabriek produceert nu al voldoende elektriciteit voor eigen gebruik én voor 1400 huishoudens in de omgeving.
“De productie van hernieuwbare energie is een belangrijke troef van onze technologie”, aldus Peter.
Als de fabriek volledig in bedrijf is, zal er jaarlijks ruim 30 miljoen liter geavanceerde biobrandstof worden geproduceerd om met benzine te mengen.
Die 30 miljoen liter is genoeg om 150.000 middenklassenauto’s een kleine 20.000 km per jaar te laten rijden, als de benzine 10% ethanol bevat.
De Amerikaanse minister van Landbouw, Tom Vilsack, is erg enthousiast over de fabriek van INEOS.
Hij vertelde aan verslaggeefster Laura Ruane van USA Today dat INEOS een bedrijf is dat je in de gaten moet houden.
De VS heeft een sterke positie om als wereldleider op te treden. Het land moet echter dringend zijn afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en buitenlandse olie verminderen. INEOS helpt om tot een oplossing te komen.
De bio-ethanol van INEOS zal naar verwachting bijdragen aan de toename van het gebruik van biobrandstoffen in Amerika en Europa. Tegelijkertijd biedt het een nieuwe en betere oplossing voor afvalverwerking.
In Amerika zijn grote olieconcerns onder de ‘Renewable Fuel Standard’ wettelijk verplicht om biobrandstoffen in te kopen en in hun producten te mengen.
“Wij streven er vooral naar om overheden te helpen om hun doelstellingen in diverse beleidsdomeinen te realiseren: minder afval storten, betere toegang tot hernieuwbare brandstoffen en energie, lagere CO2-uitstoot en een zekerder energiebevoorrading. En dat allemaal met één technologie”, legt Peter uit.
In Amerika wordt al sinds eind jaren 70 ethanol aan benzine toegevoegd, maar vrijwel alle ethanol wordt nu nog uit maïs gewonnen.
Dat betekent dat als het weer tegen zit – en dat was afgelopen zomer het geval toen het Middenwesten werd getroffen door grote droogte – er minder bio-ethanol beschikbaar is en de prijzen omhoog gaan. Bio-ethanol van INEOS blijft straks beschikbaar ongeacht wat voor weer het is.
We staan pas aan het begin van de wereldwijde introductie van INEOS’ biobrandstoffen. INEOS wil zijn bijzonder innovatieve technologie snel overal ter wereld lanceren om gemeenschappen te helpen hun eigen afval te verwerken.
“Deze technologie verandert hoe mensen over chemische stoffen, energie en afval denken”, zegt Peter. “Dankzij onze expertise met vergunningverlening voor nieuwe technologie kunnen wij dit overal ter wereld mogelijk maken, overal waar zich ook maar een afvalprobleem voordoet. En tegelijkertijd helpen we mee om de klimaatdoelstellingen te realiseren.”
Alles bij elkaar is er capaciteit voor honderden bio-raffinaderijen.
“INEOS kan die niet allemaal zelf bouwen”, legt hij uit. “Maar we staan open voor samenwerking met lokale gemeenschappen en partnerschappen met overheden, zodat we in hun behoeften kunnen voorzien.”
Landen met een afvalprobleem zouden enthousiast moeten zijn over wat er in Florida gebeurt. En veel landen zijn dat ook.
De fabriek in Florida zal in het begin alleen snoei- en tuinafval gebruiken om brandstof en elektriciteit te maken.
Het BioEnergy Center is ook een onderzoeks- en ontwikkelingsinstelling en wordt een informatiepunt voor andere landen die een licentie nemen op de bio-ethanoltechnologie van INEOS.
“We hebben veel geleerd van de bouw van de fabriek, waar nu de laatste hand aan wordt gelegd voordat hij operationeel kan worden. Kennis die ons goed van pas komt bij onze plannen voor verdure ontwikkeling op de markt”, vertelt hij.
“De bouw bood ons de mogelijkheid om de resultaten van laboratoriumonderzoek en van een pilotfabriek op een veel grotere schaal te testen en bevestigd te krijgen. Dat heeft ons veel nieuwe kennis en inzichten opgeleverd.
“In de verdere ontwikkeling biedt dit ons aanknopingspunten om onze technologie verder uit te breiden.”
Hij voegt eraan toe dat er de afgelopen jaren een aantal belangrijke innovaties is doorgevoerd in de fabriek, als gevolg van de schaalgrootte en de nodige voorzieningen.
“Die ontdekkingen waren gewoonweg niet mogelijk geweest als we alleen in het laboratorium en de pilootfabriek waren blijven testen”, besluit hij.
Hoe werkt het?
Het duurt ongeveer 7 minuten om een ton afval om te zetten in brandstof die gemengd kan worden met benzine.
Plantaardig afval en landbouwafval worden met zuurstof gemengd om een heet synthesegas te verkrijgen.
Dit gas, dat bestaat uit waterstof en koolstofmonoxide, wordt gekoeld en gezuiverd en vervolgens gevoed aan bacteriën die gewoon in de natuur voorkomen.
De bacteriën zetten het gas om in cellulose-ethanol, dat vervolgens gezuiverd wordt om het als brandstof te kunnen gebruiken.
Het overtollige gas, dat niet wordt omgezet in ethanol, belandt in een verbrandingsketel voor restgassen, waar het stoom produceert. De warmte die bij het vergassingsproces vrijkomt wordt ook omgezet in stoom.
Beide worden daarna gebruikt om elektriciteit op te wekken waar de fabriek op kan draaien en waarmee tot wel 1400 huishoudens en bedrijven in de omgeving kunnen worden voorzien.
“We hopen dat we 90.000 liter brandstof per dag kunnen gaan produceren. Ons proces is uniek omdat het een continu proces is, zonder onderbrekingen”, legt fabrieksmanager Dave King uit.
“Conventionele ethanol van maïszetmeel wordt geproduceerd in een batchproces, waarbij de fermentatie tot ethanol dagen duurt.”
Bij de fabriek in Vero Beach werken 60 fulltime-medewerkers. De meesten wonen in de buurt.
“De banen in onze fabriek hebben de lokale werkgelegenheid een impuls van 4 miljoen dollar per jaar gegeven. En dat in een region waar het werkloosheidscijfer 15% bedroeg toen het project begon”, vertelt Dave.
Met een blik op de toekomst hoopt Dave dat steeds meer autofabrikanten auto’s gaan maken die op meer dan 10% ethanol kunnen rijden.
“Er bestaan al zulke auto’s, die ‘flex fuel vehicles’ worden genoemd. In de VS kunnen deze auto’s op brandstof met elke mengverhouding rijden tot maximaal 85% ethanol,” zegt hij.
Hij vertelt ook dat in de VS alle conventionele auto’s nu al op? een mengsel met maximaal 10% ethanol zouden kunnen rijden – en dat al jaren het geval is.
In Brazilië, daarentegen, kunnen alle auto’s op brandstoffen rijden die tot wel 100% uit ethanol bestaan. Dit zijn zogeheten flexible-fuelled vehicles.
“De regering van Brazilië kan naar eigen inzicht het ethanolbenzinemengsel aanpassen als vraag en aanbod daar aanleiding toe geven”, zegt Dave.
“Maar de Braziliaanse ethanol wordt gemaakt van suikerriet en hun markt is afhankelijk van de suikerrietoogsten en de suikerprijs.”