De zakenwereld kan veel van de sportwereld leren
Begrijpen hoe teams werken en hun prestaties verbeteren is niet alleen waardevol op het sportveld. Dr. Phil Hopley legt uit waarom het relevant is voor veel dingen die we elke dag doen.
Winnaars worden niet geboren, of we nu in een kantoor, fabriek of controlekamer werken of topsporters zijn. Winnaars worden gemaakt.
Het is begrijpelijk dat sommige mensen cynisch zijn. Ze denken dat ze niets gemeen hebben met topsporters. Dat topsporters niets te vertellen hebben over hoe ze hun werk kunnen doen of hun team kunnen leiden.
Maar hoe vaak zoeken andere bedrijfsleiders op het sportveld naar inspiratie om hun eigen prestaties en die van anderen te verbeteren?
Het antwoord op die vraag is te vinden in de agenda’s van Sir Steve Redgrave, Sir Clive Woodward en Sir Alex Ferguson: heel vaak.
Hoe komt dat?
Is het een kans voor gestresseerde topmanagers om even aan het kantoor te ontsnappen?
Fantaseren ze over hoe het zou zijn om topsporter te zijn?
Of zou het kunnen dat topsporters een inzicht bieden in een wereld waar het belangrijk is om de beste te zijn en zakenmensen waardevolle lessen kunnen leren?
luister naar een grote sporters en je hoort hoe planning, teamselectie, strategie, voorbereiding, leiderschap, teamwerk – gekoppeld aan hard werk – de basis van hun succes vormen.
Nog belangrijker is het om te luisteren naar hoe die boodschap wordt overgebracht. Dat zal pas inspirerend zijn.
Sir Clive Woodward, British Olympic Association Elite Performance Director en coach van het rugbyteam dat in 2003 de wereldbeker won, heeft het vaak over het vermogen om “onder druk helder te kunnen denken”
Sir Steve Redgrave, vijfvoudig winnaar van olympisch goud, schrijft over “mentale discipline en het overwinnen van een laag gevoel van eigenwaarde”.
Wat beide uitspraken laten zien, is dat we allemaal menselijk zijn. Allemaal.
Toch veronderstellen veel mensen ten onrechte dat topsporters mentaal ijzersterk zijn, in tegenstelling tot ‘normale’ mensen.
In de loop der jaren heb ik van mijn werk met olympische roeiers, professionele rugbyspelers, eersteklassevoetballers en skiërs geleerd dat dit niet het geval is.
Wat kunnen we dan doen om onze mentale veerkracht en onze prestaties te verbeteren?
Met veerkracht bedoel ik het vermogen om goed met druk om te gaan, bij tegenslag niet bij de pakken te blijven zitten en langdurig optimaal te kunnen werken.
Op een eenvoudig niveau moeten we gemeenschappelijke doelen stellen en deze verbinden aan dingen die voor ons persoonlijk belangrijk zijn.
Vaak slagen we in het eerste, maar niet in het tweede. Daarom missen we de kans om onze veerkracht te verbeteren. En zonder veerkracht is het waarschijnlijker dat we gestresseerd raken.
Maar als we gemeenschappelijke doelen stellen en ze aan onze waarden verbinden, raken we gemotiveerd en geloven we in wat we doen en waar we naartoe gaan.
Dat betekent niet dat je van de ene dag op de andere succes kunt hebben. Zo eenvoudig ligt het niet.
Ten eerste moeten we ontdekken wat de verbetering van iemands prestaties kan verhinderen.
Vaak is dit een kwestie van hoe iemand denkt of hoe hij de dingen bekijkt.
Goede managers kunnen dit soort dingen in hun team zien en oplossen. Maar soms is er een specifieke individuele coach voor nodig.
Net als in de sport moeten we allemaal met druk en negatieve gedachten en emoties kunnen omgaan om onze beste prestaties te kunnen leveren.
Door middel van cognitieve gedragscoaching leren sportlui en managers zich op hun werk te concentreren ondanks vervelende emoties.
Cognitief gedrag is nadenkend gedrag. Coaching helpt gedachten en gevoelens te begrijpen die houdingen beïnvloeden en gedragingen bepalen.
In een ideale wereld moeten managers en leiders hun teams toestaan om zich te ontwikkelen, door hen invloed en verantwoordelijkheid te geven voor wat ze doen.
Het gaat erom de controle uit handen te geven en deze te vervangen door ondersteuning.
Managers die te zeer ‘hands-on’ zijn bemoeien zich te veel met hun teams en niets kan het moreel sneller verzwakken dan dat, omdat daaruit blijkt dat je niet gelooft dat jouw mensen hun werk behoorlijk kunnen doen.
Als je een beetje controle uit handen geeft, sta je zelf minder onder druk en zie je de prestaties van je team verbeteren.
Managers stellen vaak vragen over teams die niet goed presteren.
In mijn ervaring verandert er weinig als er geen cultuur is van eerlijke, respectvolle communicatie.
Als de mensen openlijk over hun bezorgdheden gaan praten, komt het ook weer op die controle neer.
Onderzoek in de sport en in de zakenwereld heeft duidelijk uitgewezen dat we beter werken met meer controle en verantwoordelijkheid over onze eigen daden.
Het gaat erom mekaar te vertrouwen in onze prestatie. Voor teamleiders is het essentieel om het team te steunen bij die prestatie.
Voor de Olympische Spelen van 2008 in Peking keek het management van de Britse wielerploeg lang en kritisch naar zichzelf. De managers besloten dat ze moesten veranderen. Ze stopten met het betuttelen van de wielrenners, maar creëerden in de plaats daarvan een omgeving waarin ze konden groeien.
Wat een verschil heeft dat gemaakt!
Er is veel geschreven over leiderschap en hoe je het meeste uit je team kunt halen in de sport en in het bedrijfsleven.
Maar het was interessant om te zien hoe weinig aandacht aan hoofdcoach Jürgen Gröbler werd geschonken na de overweldigende prestaties van het Britse team tijdens de recente wereldkampioenschappen roeien in Bled, Slovenië. De Britse roeiers wonnen de meeste medailles, 14 in totaal.
David Bolchover, co-auteur van het boek ‘The 90-Minute Manager’, begreep welke belangrijke rol Gröbler in deze overwinning had gespeeld.
Hij beschreef hem als een stille, bescheiden man, die niet in het voetlicht wou staan.
Hij schreef: “Zijn zakelijk equivalent is niet de charismatische CEO die prachtige uitspraken doet en een lieveling van de media is, maar eerder de onvolprezen manager in het middenkader die zijn leven wijdt aan het realiseren van het volledige potentieel van de mensen met wie hij werkt.”
Zou dit misschien een voorbeeld kunnen zijn voor alle leiders in het bedrijfsleven?