Er zijn weinig thema’s die meer in de mode zijn dan energie-ef ciëntie, de uitstoot van broeikasgassen, koolstofafvang, duurzaamheid en industriële symbiose.Maar voor INEOS zijn dit meer dan alleen modewoorden
Trainees van INEOS gaan op zoek naar nieuwe werkwijzen en manieren om écht een verschil te maken in de wereld
NU is het moment om de planeet te veranderen.
Er zijn radicaal nieuwe werkwijzen nodig als bedrijven als INEOS, die hongerig zijn naar energie, een toekomst willen hebben in een wereld die snel verandert.
Niet alleen het klimaat verandert, de machthebbers in de Europese Unie zijn
ook steeds meer vastberaden om emissies terug te dringen en het energieverbruik te verminderen om de overstap te maken naar een koolstofarme economie.
Amerika heeft dankzij president Donald Trump misschien enig respijt, maar de EU wil uiterlijk in 2030 een daling van 40% in de uitstoot van broeikasgassen, een plafond voor energieverbruik in de industrie en een energiemix die ten minste voor 27% uit hernieuwbare bronnen komt.
“We verdrinken echt in de streefcijfers”, aldus Greet Van Eetvelde, manager Schone technologie-initiatieven bij INEOS. “En daarom staat het concurrentievermogen van de Europese chemische industrie op het spel.”
Maar daar houdt het pessimisme op. De Europese Unie heeft tientallen miljarden opzijgezet om innovatie in de industrie te ondersteunen terwijl deze streefwaarden worden gerealiseerd en Greet is ervan overtuigd dat, als er één organisatie is die antwoorden kan vinden op een aantal van de grote maatschappelijke vraagstukken, dat INEOS wel is.
“We zien altijd kansen in elke uitdaging”, zegt Greet. “En de Europese Unie weet dat zij, door de industrie te stimuleren en samen te werken, de grote maatschappelijke uitdagingen het hoofd kan bieden.”
Buiten Europa zijn er voor INEOS ook steeds meer nancieringsmogelijkheden voor nieuwe projecten, dankzij steunregelingen, belastingvrijstellingen en subsidies voor innovatie en investering.
“Het is winstgevend om mee te werken aan een koolstofarme economie”, zegt ze.
Greet voert het Koolstof- en Energienetwerk van INEOS aan, dat regelmatig informatie en beste werkwijzen op het gebied van allerlei koolstof- en energiegerelateerde kwesties deelt met alle bedrijven van INEOS.
“Het netwerk volgt alles wat op beleidsgebied gebeurt en gevolgen kan hebben voor INEOS op de voet”, zegt ze. “Daarom zijn er binnen het netwerk ook nieuwe, creatieve initiatieven ontstaan om grote uitdagingen aan te pakken, samen te werken met universiteiten en industriële onderzoeksprojecten te starten.”
Greet vindt dat creativiteit voorop moet staan in de transitie-economie.
“Innovatie is de belangrijkste drijfveer van INEOS”, zegt ze.
INEOS is inderdaad goed geworden in het vinden van EU- nanciering voor projecten die niet alleen voordelen opleveren voor het bedrijf, maar ook voor de samenleving.
“Het gaat erom dat je alle kansen opmerkt en benut”, zegt Greet. “Het mogen dan grote uitdagingen zijn, maar ze vormen ook een geweldige kans voor ons om samen te werken met universiteiten en studenten.”
En dat doet INEOS momenteel dan ook.
Eerder dit jaar kregen zes trainees de kans om te zien hoe INEOS nu werkt en aanbevelingen te doen over hoe het bedrijf zou kunnen werken in een radicaal andere toekomst.
“De doctoraalstudenten voegen waarde toe op gebieden binnen INEOS waar we normaal misschien geen aandacht aan kunnen besteden door een gebrek aan tijd en middelen”, zegt Greet.
De trainees zullen zich richten op zes gebieden binnen INEOS die een uitdaging vormen, waaronder energie-ef ciëntie, elektrische exibiliteit, koolstofafvang, circulaire hulpbronnen en industriële symbiose.
“We zijn ervan overtuigd dat zij INEOS zullen laten zien hoe het bedrijf koolstof en afval kan gebruiken, hergebruiken en recyclen op een manier die ons voordelen oplevert”, zegt Greet. “Ze zullen ongetwijfeld geheel nieuwe ideeën hebben over de toekomst, want zij zijn de toekomst. Soms zullen die ideeën misschien een beetje wild zijn, maar dat is nou eenmaal nodig. Dit is een unieke kans voor hen om zich in de kijker te spelen en serieus te worden genomen. Zij laten ons zien wat de weg naar de toekomst is.”
Deze trainees hebben hun taken toegewezen gekregen
IN verschillende productiefaciliteiten van INEOS wordt nu waardevol onderzoek gedaan.
De doctoraalstudenten of INEOS-trainees stellen lastige vragen en zetten hun vraagtekens bij processen om zo nieuwe manieren te ontdekken om ef ciënter te werken met minder hulpbronnen.
Sander Marchal, , een commerciële trainee die in Keulen werkzaam is, zal zich bezighouden met de overgang naar een circulaire economie.
Hij zal onder andere kunststof verpakkingen onder de loep nemen, aangezien de EU het gebruik ervan met 75% wil terugdringen voor 2030.
“We zijn een fabrikant van kunststof”,zegt hij, “maar het
is beter mee te werken aan de oplossing dan om buitenspel te worden gezet.”
Benedikt Beisheim, een “Energy Optimiser” bij INEOS Keulen, hoopt manieren te vinden om de processen van de al wat oudere productiefaciliteit in Duitsland te verbeteren en zo energie of grondstoffen te besparen.
Hij zal zich ook concentreren op het nabijgelegen energiepark om te zien hoe afgassen en aardgas ef ciënter kunnen worden gebruikt om stoom en elektriciteit te produceren.
Cindy Jaquet werkt voor het Koolstof- Energienetwerk in Rolle, Zwitserland. Het is haar rol om ruchtbaarheid te geven aan duurzame werkwijzen en anderen te laten zien dat duurzaamheid niet onmogelijk is.
“Ik moet het grote publiek, onze partners, onze klanten en onze concurrenten laten zien dat duurzaamheid echte zakelijke kansen biedt”,zegt ze.
Jens Baetens is ook een doctoraalstudent. Zijn project zal INEOS hopelijk helpen een betrouwbare energietoevoer te waarborgen wanneer wind- en zonne-energie gas en elektriciteit beginnen te vervangen.
Hij richt zich met name op de 10 INEOS-locaties in België.
“We proberen de vraag naar energie op onze locaties te begrijpen en te kijken hoe we weerbaarder kunnen worden”, zegt hij.
Helene Cervo is een doctoraalstudente die hoopt de lessen van de natuur te kunnen toepassen in een project op de INEOS-locatie in het Franse Lavéra.
“Al het afval dat door één organisme wordt geproduceerd, kan door een ander organisme weer worden gebruikt”, zegt ze. “Afval bestaat dus eigenlijk niet.”
Ze zal op zoek gaan naar manieren om samen te werken met andere bedrijven op de locatie om te zien hoe energie, materialen en diensten ef ciënter kunnen worden gedeeld.
En ten slotte hoopt Gabby Isidro overheden te kunnen helpen de consequenties te begrijpen die hun regelgeving
op het gebied van CO2- emissies heeft voor het Europese concurrentievermogen, door de algehele kosten en effecten ervan aan te tonen.
“Als je precies weet wat je huidige en toekomstige standpunt is, kun je goede zakelijke beslissingen voor de lange termijn nemen en invloed uitoefenen op de investeringsstrategie”, zegt ze.